De onder auspiciën van de gemeente Leeuwarden op 6 januari 1947 opgerichte Stichting ‘Leeuwarder Gemeenschap’ had tot doel de burgerzin van de Leeuwarder bevolking te versterken en haar sociale en culturele belangen te bevorderen. Er wordt een bestuur van 17 leden geformeerd, onder voorzitterschap van burgemeester mr. A.A.M. van der Meulen. De leden werden gerekruteerd uit diverse geledingen van de Leeuwarder samenleving. Alle grote geestelijke en maatschappelijke stromingen dienen in het bestuur vertegenwoordigd te zijn. Als kantoor wordt eind 1947 het pand Voorstreek 106 gehuurd. Bij de stichting kunnen zich alle te Leeuwarden gevestigde verenigingen, stichtingen en andere groeperingen, die zich op het gebied van de stichting bewegen, aansluiten. Zo vallen b.v. alle sportverenigingen en op de jeugd gerichte stichtingen en verenigingen onder de doelgroep. Een belangrijke sectie is de Sectie Jeugd.

Vanaf 1952 geeft de stichting een eigen maandblad uit, ook ‘Leeuwarder Gemeenschap’ geheten. Hoofdredacteur is ex-journalist van het Vrije Volk en gemeenteambtenaar (hoofd van de afdeling Voorlichting’) W.H. Kuipers. Het blad bevatte o.a. historische verhalen over de stad van de hand van de bekende publicist Fenno Schoustra. Mede naar aanleiding van het succes daarvan begint Schoustra in 1964 met ‘‘t Kleine Krantsje’, een periodiek die in Leeuwarden uitermate populair geworden is.
Het laatste nummer van de ‘Leeuwarder Gemeenschap’ dateert van december 1969. De volledige verzameling tijdschriften is in de bibliotheek van het HCL te raadplegen.

In 1957 krijgt het secretariaat van de stichting een andere invulling. W.H. Kuipers krijgt daarvoor een halve weektaak ter beschikking.

De Leeuwarder jeugd is gedurende de gehele bestaansperiode van de stichting een belangrijke doelgroep. Om de jeugd van de straat te houden en tevens gevoelig te maken voor cultuur worden allerlei activiteiten ontwikkeld, zoals speciale (klassieke) jeugdconcerten, lezingen van bekende Nederlanders in het kader van een ‘Jeugduniversiteit’ en optredens van bekende artiesten.
Ook worden er vanaf 1957 scherp gecontroleerde dansavonden in ‘De Beurs’ georganiseerd.
In de jaren ’60 maken bekende popidolen als Peter Koelewijn, Anneke Grönloh en Rob de Nijs er hun opwachting.

In 1971 dringen B. en W. erop aan de stichting te ontbinden, dit gezien het feit dat het werk van de stichting in de loop der jaren grotendeels overgenomen is door een gemeentelijk systeem van commissies en raden. Het duurt nog tot 1982 eer de stichting echt ontbonden wordt.

Het archief is in 2004 door de heer C.H.W. Brugman, gemeentesecretaris, namens de gemeente Leeuwarden aan het HCL overgedragen