In de vroege avond van 10 augustus 1925 trok een cycloon vanuit West-Brabant over ons land. De storm bereikte zijn hoogtepunt in de Achterhoek, waar in het bijzonder het stadje Borculo zwaar werd getroffen. Er vielen daar vier doden en 80 gewonden en de verwoestingen waren aanzienlijk.
Op 1 juni 1927 werd de Achterhoek in de late namiddag en vroege avond opnieuw getroffen door een stormramp. Een nog zwaardere tornado doodde tien mensen en verwondde er 150. Speciaal het buitengebied van Eibergen werd zwaar getroffen. Het aantal slachtoffers had nog veel groter kunnen zijn als de storm zijn spoor van zo’n 400 à 500 m breed niet precies tussen woonkernen door getrokken had. Honderden boerderijen en huizen werden verwoest.

Deze ongewone rampen maakten diepe indruk op de Nederlandse bevolking. In beide gevallen werden er landelijk en plaatselijk comités opgericht om de getroffen bevolking te helpen bij de wederopbouw van de verwoeste huizen. In Leeuwarden gebeurde dat na de ramp van 1927 door het Leeuwarder Comité voor de “Stormramp 1927”. Een collecte op 20 juni bracht in Leeuwarden zo’n 13.600 gulden op.

Het archief bestaat grotendeels uit oproepen van het Leeuwarder Comité voor de “Stormramp 1927” aan het ongehuwde personeel van bedrijven en overheidsinstanties om een financiële bijdrage te leveren ter leniging van de nood der door de stormramp getroffenen, alsmede uit lijsten van de schenkingen der aangeschrevenen. Het geeft weinig informatie over de samenstelling van het comité (niet meer dan penningmeester G. Ronner, secretaris de heer Boersma) en het totaal der ingezamelde gelden.
Wanneer en op welke wijze deze stukken in het Gemeentearchief zijn opgenomen is onbekend.