Logo Historisch Centrum Leeuwarden

leeuwarden artikel link leeuwarden artikel link
 
Uw zoekacties: Gereformeerde Kerk te Leeuwarden-Huizum, 1910-2005 (2006)

1726 Gereformeerde Kerk te Leeuwarden-Huizum, 1910-2005 (2006)

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
I Inleiding
1726 Gereformeerde Kerk te Leeuwarden-Huizum, 1910-2005 (2006)
I
Inleiding
Geschiedenis en organisatie

1. Gemeente als geheel

1.2 Algemeen

De Gereformeerde kerk te Huizum, vanaf 1963 Gereformeerde kerk te Leeuwarden-Huizum (GKLH) maakte deel uit van het kerkverband van de Gereformeerde Kerken in Nederland, ontstaan in 1892 door het samengaan van het grootste deel van de Christelijk Gereformeerde Kerken en de Nederduits Gereformeerde Kerken, die respectievelijk waren ontstaan door de Afscheiding van 1834 en de andere 'uittocht' uit de Nederlandse Hervormde Kerk, de Doleantie van 1886. Zij behoorde tot de Classis Leeuwarden, die in 1995 een federatie aanging met de gelijknamige hervormde classis. En eveneens tot de Particuliere Synode van Friesland, Noordelijk gedeelte, die in 1995 een federatie aanging met de Particuliere Synode van Friesland, Zuidelijk gedeelte en daarna gezamenlijk vergaderde met de Provinciale Kerkvergadering (PKV) van de Nederlandse Hervormde Kerk.
De Gereformeerde kerk te Huizum is in 1910 als zelfstandige gemeente geïnstitueerd vanuit de Gereformeerde Kerk te Leeuwarden, toen het aantal leden ten zuiden van de spoorlijn de 350 overschreed. In hetzelfde jaar werd ook de bouw van de Schranskerk gerealiseerd, waarna in 1926 het kerkgebouw fors moest worden uitgebreid door de toename van het aantal gemeenteleden. De gemeente stond onder leiding van de kerkenraad. Bij de notulen wordt het van 1910 tot 1929 vermeld of het wel of niet een vergadering betreft van kerkenraad met diakenen. Van 1929 tot 1961 werd er onderscheid gemaakt tussen de smalle kerkenraad (bestaande uit ouderlingen en predikanten) en de brede kerkenraad (bestaande uit predikanten, ouderlingen en diakenen). Van 1961 tot 1968 was er alleen een brede Kerkenraad. (In de Parkwijk was er overigens was er van 1961 tot 1967 ook een smalle Wijkkerkenraad).
Vanaf 1968 was er een Kerkenraad Algemene Zaken (KAZ) met een intermezzo, omdat op 15 maart 1999 de KAZ besloot het bestuur van de GKLH voor de rest van het jaar in handen te leggen van een klein Tijdelijk Bestuur dat alle bevoegdheden kreeg. Deze stap werd voorbereid door een Commissie Ad Hoc inzake de moeilijke financiële en personele positie van de GKLH. Aanleiding was een dreigend faillissement. Het Tijdelijk Bestuur heeft de financiën gesaneerd en daarvoor onder meer de predikantsplaats van ds. H.A. Klijn teruggebracht tot 80 procent en de Schranskerk en 'Het Trefpunt' verkocht aan de vennoten Rodenhuis en Rurenga. Ook was ds. J. Ritsema in 1999 al gedeeltelijk gedetacheerd naar de Gereformeerde kerk van Dronrijp-Menaldum. Ds. W. Ganzevoort werkte vanaf dat jaar voor 50 procent voor de Noord-Hollandse gemeente van de Evangelische Broedergemeente in Zeist.
De KAZ en de Centrale Kerkenraad (CK) van de Hervormde gemeente te Leeuwarden-Huizum hebben in de gezamenlijke vergadering van 23 juni 1995 besloten tot de instelling van de Commissie Samen op Weg (SoW). Deze commissie heeft gefunctioneerd tot de gezamenlijke vergadering van de CK en de KAZ van 27 november 2002, toen besloten werd tot de instelling van de gezamenlijke Voorlopige Algemene Kerkenraad (VAK), die de uiteindelijke fusie tot Protestantse gemeente te Leeuwarden-Huizum per 1 januari 2006 heeft voorbereid. De VAK is na de fusiedatum in stand gebleven tot de vorming van de Algemene Kerkenraad (AK) in maart 2006.
1.2 De GKLH in de Tweede Wereldoorlog

Ook aan de GKLH is de Tweede Wereldoorlog niet ongemerkt voorbij gegaan. Dat blijkt bij voorbeeld uit de provisorische mededelingenbladen die van eind november 1941 tot 19 januari 1946 werden verspreid in plaats van de Gereformeerde Kerkbode van Huizum. Dit omdat voor de kerkbode geen papier beschikbaar werd gesteld en het papier na de bevrijding eerst nog 'op de bon' was.
Enkele namen van personen springen eruit. Namelijk die van ds. W.H. den Houting, die vanaf 1921 predikant was van de gemeente en na een ernstige ziekte op 4 juli 1942 op 48-jarige leeftijd overleed. Kandidaat G.P. van Arkel die daarna een half jaar hulpdiensten verrichtte in Huizum, overleed overigens al in 1944 nadat hij maar een jaar predikant was geweest in Noord-Scharwoude.
Verder als gemeenteleden de leeftijdsgenoot van ds. Den Houting Hendrik Algra, leraar aan het Gereformeerd Gymnasium in Huizum, die als hoofdredacteur, het Friesch Dagblad tijdens de oorlogsjaren niet meer liet verschijnen en door de bezetter in gijzeling werd gehouden in Sint-Michielsgestel. En ook de drukkers Tiede van der Weij en zijn zonen Pieter, Sjouke en Theun die op 20 maart 1944 werden gearresteerd en later overgebracht naar Kamp Vught omdat zij in hun drukkerij aan de Schrans 91 eerst edities van Vrij Nederland en later Trouw van de pers lieten rollen. Op 5 september 1944 werden zij op transport gesteld naar Duitsland, waar zij ook stierven (de laatste, Sjouke, op 30 mei 1945 in het oosten van Duitsland, omdat hij er te slecht aan toe was om naar Nederland terug te keren).
In het archief bevindt zich ook een briefwisseling in de vooroorlogse jaren tussen Hendrik Algra als scriba van de kerkelijke gemeente en Tiede van der Weij als drukker van de Gereformeerde Kerkbode van Huizum.
In (toen nog) Nederlands-Indië werden de zendingspredikant ds. K. van Dijk en zijn vrouw geïnterneerd door de Japanners (zie ook de paragraaf over de Zendingscommissie).

In de laatste oorlogsjaren heeft zich landelijk ook de kerkscheuring voltrokken van de Vrijmaking met als gevolg dat ook in Leeuwarden-Huizum een Gereformeerde kerk (vrijgemaakt) is ontstaan. In de periode 1960-1971 zijn daarna voorzichtige pogingen ondernomen tot toenadering.
2. Wijkgemeenten

In 1937 kreeg de GKLH twee predikanten, ds. W. van der Heide en ds W.H. den Houting, die vanaf 1921 predikant was in Leeuwarden-Huizum als opvolger van de eerste predikant ds. L.J.C. Kreyt (1910-1920) en vanaf 1 september 1934 al geassisteerd werd door kandidaten die hulpdiensten verrichtten (achtereenvolgens F. Colenbrander en J.S. Greidanus).
De gemeente werd toen ook ingedeeld in een Noorderwijk (predikant ds. W.H. den Houting) en een Zuiderwijk (predikant ds. W. van der Heide). Beide wijken kregen ook een wijkvergadering. Nadat de Parkkerk in 1956 was gebouwd ontstonden ook de wijkgemeenten Nijlânwijk en Parkwijk met elk een eigen wijkkerkenraad (die ook 'smal' en 'breed' vergaderden).
In 1968, toen ook de KAZ werd ingesteld, vond een reorganisatie plaats, voorbereid door de Splitsingscommissie. Daardoor ontstonden de wijkgemeenten Nijlânwijk, Parkwijk en Borniawijk. (De oude Noorderwijk kwam voor het grootste gedeelte bij de Parkwijk en de oude Zuiderwijk grotendeels bij de Borniawijk). Elke wijkgemeente kreeg ook nu weer een eigen wijkkerkenraad.
In 1976 vond opnieuw een ingrijpende reorganisatie plaats en ontstonden de wijkgemeenten Schranswijk (waarbij een gedeelte van de Borniawijk werd gevoegd) rondom de Schranskerk, Nijlânwijk (die na 1982 Parkwijk werd genoemd) rondom de Parkkerk en de wijk Aldlân-Goutum rondom de pasgebouwde Oase, die later steeds vaker Oasewijk werd genoemd en in 1992 definitief die naam kreeg, helemaal nadat de Goutumers in 1995 met de Hervormde gemeente te Goutum c.a. verder gingen als SoW-gemeente Goutum, vanaf 2004 Protestantse gemeente te Goutum c.a.
De Parkkerk (Huizum-West en Nijlân) werd verkocht in 1996. De wijkkerkenraad van de Parkwijk bleef nog functioneren tot 1999 tot de leden van de wijkgemeente verdeeld werden over de Schranswijk en de hervormde Kurioskerkwijk, op grond van een in circa 1985 overeengekomen consensus met de Hervormde gemeente te Leeuwarden-Huizum over intensieve samenwerking.

De Schranskerk werd gesloten na de afscheidsdienst op 31 december 2000, maar de wijkkerkenraad van de Schranswijk bleef nog functioneren. Nadat er al in 1999 en 2000 gezamenlijk vergaderd werd door de wijkkerkenraden van de Schranswijk en de hervormde Kapelwijk, werd in 2001 de SoW-wijkkerkenraad van Schranswijk en Kapelwijk gevormd.
Toen de fusie tot Protestantse gemeente te Leeuwarden-Huizum op 1 januari 2006 een feit werd, waren er vier wijkkerkenraden, namelijk die van de twee hervormd-gereformeerde wijkgemeenten Kurioskerkwijk en Kapelwijk, die van de hervormde Dorpskerkwijk en die van de gereformeerde Oasewijk.
Zeker na de opening van de Oase in 1976 zien we bij de wijkgemeenten en wijkkerkenraden de ontwikkeling ván gemeente als geheel náár wijkgemeenten met een eigen gezicht, die steeds meer werkgroepen en commissies gingen vormen met als werkterrein de eigen wijkgemeente. Dit paste ook heel erg bij de visie op gemeente-zijn in de nieuwgevormde wijk Aldlân-Goutum, die een eigen gezicht koos, daarin gestimuleerd door de wijkpredikant. In de inventaris van het archief is de geschetste ontwikkeling duidelijk te zien in de rubrieken Organisatie en Taakuitoefening van de Oasewijk en in mindere mate van de Schranswijk als die worden vergeleken met dezelfde rubrieken van de 'oudere' wijkgemeenten.
Een bijzondere plaats neemt daarbij het gedeponeerde archief in van de Stichting 'Vrienden van de Cantorij van de Oase'. Predikanten en wijkkerkenraad van de Oasewijk hadden een duidelijke voorkeur voor een eigen cantorij (boven koren die incidenteel of regelmatig medewerking verleenden aan de kerkdiensten) en daarom ook voor een cantor-organist, dus een gediplomeerd musicus (dat was geen vaste vereiste bij de organisten van de verschillende kerkgebouwen). Omdat dit meer kosten met zich mee bracht, bleef dit een punt van voortdurende correspondentie met de Commissie van Beheer. Hoewel binnen de kerkenraden de meningen daarover zeer verschillend waren, werd een stichting opgericht om daarvoor de financiële middelen te verschaffen. Daar de stukken in het kerkarchief zijn aangetroffen, zijn zij vanwege de nauwe band met het archief toch in het archief gelaten en als gedeponeerd archief bij de Oasewijk geplaatst, ondanks het feit dat het geen stichting van de kerkelijke (wijk)gemeente was.
3. Diaconie

De bewaard gebleven correspondenties van de (commissie van) diakenen gaan terug tot 1915, de bewaard gebleven notulen tot 1926. Zoals boven al vermeld werd van 1910 tot 1929 bij de vergaderingen van de kerkenraad genotuleerd of er al dan niet samen met de diakenen werd vergaderd en kende de gemeente in de periode 1929-1961 een Smalle en een Brede Kerkenraad en in de periode 1961-1968 alleen een Brede Kerkenraad.
Na de vorming van de KAZ bleef er een Diaconie voor de hele gemeente, sinds 1997 de Grote Diaconie genoemd (gevormd door alle diakenen van de drie wijken). Ook werden er in de verschillende wijkgemeenten wijkdiaconieën gevormd.
Het archief laat een ontwikkeling zien dat vooral vanaf 1980 geleidelijk aan allerlei verantwoordelijkheden die de KAZ eerst nog zelf op zich nam (zoals afvaardigingen naar en participatie in stichtingen voor bejaardentehuizen, bejaardenverzorging en het Aanloophuis en de Lokale Omroep) steeds vaker bij de Diaconie werden gelegd als het om werkterreinen met een diaconaal karakter ging.
Vooral in de periode 1975-2000 participeerde de Diaconie blijkens het archief in heel veel lokale organen en instellingen, zowel algemeen-maatschappelijke als specifiek-christelijke, en/of ondersteunde die.
Daarnaast waren er de 'eigen' fondsen en stichtingen van de Diaconie van de Gereformeerde kerk te Leeuwarden-Huizum. Het Zondervan-Magréfonds werd al in het leven geroepen in 1911 en kon worden aangewend voor maatschappelijke ondersteuning van gemeenteleden, maar bijvoorbeeld ook voor een lening voor de financiering van een grote opknapbeurt van de Schranskerk. In 1998 kwam het eigen Steunfonds naast de Stichting Steunfonds Maatschappelijke Dienstverlening Leeuwarden. En ook werd rond de eeuwwisseling de Stichting 'Ichthus' opgericht tot verhuur van een geschonken vakantiebungalow aan gemeenteleden.
4. Commissie van Beheer, tot 1926 Commissie van Administratie

Als opvolger van de Commissie van Administratie werd in 1926 de Commissie van Beheer ingesteld, die meer leden telde en ook meer verantwoordelijkheden kreeg. Uit het archief blijkt de tendens dat de Commissie van Beheer bij allerlei materiële zaken steeds meer vrijheid en verantwoordelijkheid kreeg (in ieder geval de facto) nadat het in de beginjaren nog heel sterk de regel was dat voorstellen door de Commissie ter goedkeuring werden voorgelegd aan de kerkenraad.
De GKLH verkreeg haar inkomsten voornamelijk uit vrijwillige kerkelijke bijdragen, collecten en leningen en daarnaast ook uit verhuur en exploitatie van kerkelijke gebouwen.
Onder de taakuitvoering van de Commissie van Beheer viel ook de verkrijging, het beheer en het afstoten van gebouwen. Tijdens het bestaan van de GKLH (1910-2005) werden drie kerken gebouwd: de Schranskerk al in 1910 (met een uitbreiding in 1926, een grote opknapbeurt in 1962 en een verbouwing in de jaren 1978-1980), de Parkkerk in 1956 (ontworpen door architect Riddersma en in 1996 voor NLG 500.000 verkocht aan de Baptistengemeente) en de Oase in 1976. Toen de fusie tot Protestantse gemeente tot stand kwam in 2006 was alleen de laatste kerk nog in gebruik. In het archief bevindt zich erg veel materiaal dat betrekking heeft op bouw en verbouw van de kerkgebouwen, vooral van de Schranskerk en de Oase.
Naast de kerkgebouwen en de vergaderruimten (de voormalige wagenschuur naast de pastorie aan de Verlengde Schrans en ook bij de Schranskerk 'Het Trefpunt' dat tot 1959 als pastorie had gediend) werden ook pastorieën verkregen en weer verkocht: in 1910 het herenhuis vóór de Schranskerk, in 1932 Verlengde Schrans 91 (precies tegenover de Vincent van Goghstraat, waarop het latere WEEME-flatgebouw is opgericht) en verder ook Hobbemastraat 2, Huizumerlaan 8 en Prins Bernhardstraat 40. Zenegroen 139 werd gehuurd als predikantswoning. En ook werd een kosterswoning (Nieuwe Schrans 13) aangekocht, gerestaureerd en later verkocht.Onder de taakuitoefening viel ook het zorg dragen voor het salaris en het pensioen van de predikanten en de aanstelling, het functioneren, de bezoldiging, het ontslag en het pensioen van personeel, onder wie naast de kosters-beheerders ook hulpkosters, (cantor-)organisten en hulporganisten en administrateurs van het kerkelijk bureau.
Voor de verschillende wijkgemeenten zijn nooit aparte wijkbeheerscommissies gevormd, wel kwam er een exploitatiecommissie voor de Oase en de Parkkerk. Ook waren er van 1980-2000 jaarlijks exploitatie-overzichten van de Schranskerk en 'Het Trefpunt'.

Ook de Commissie van Beheer heeft het bovengenoemde 'intermezzo' gekend van het Tijdelijk Bestuur van 1999 vanwege het dreigend faillissement. Bij de samenvoeging met de Hervormde gemeente tot Protestantse gemeente in 2006 had de GKLH echter een vermogenspositie van praktisch gelijk aan die van 31 december 2001.

5. Commissies en werkgroepen

5.1 Zendingscommissie, nadien Commissie voor Zending, Werelddiaconaat en Ontwikkelingssamenwerking (ZWO)

De oudste archiefstukken van de Zendingscommissie gaan terug tot 1928 (correspondenties) en 1929 (notulen). De commissie die in latere jaren de naam Commissie voor Zending, Werelddiaconaat en Ontwikkelingssamenwerking (of Commissie ZWO) kreeg, is na de fusie tot Protestantse gemeente te Leeuwarden-Huizum op 1 januari 2006 nog één jaar doorgegaan als gereformeerde commissie. Begin twintigste eeuw was het zendingswerk en de financiële ondersteuning daarvan in de Gereformeerde Kerken zo opgezet dat een regio in Nederland werd gekoppeld aan een bepaald zendingsgebied, vrijwel altijd in het toenmalige Nederlands Indië met als doel bekendmaking van het evangelie en het stichten van kerken. Friesland werd gekoppeld aan Kebumen en Wonosobo op Midden-Java. Eén of meer gemeenten in de regio zonden dan een zendingspredikant uit. In Friesland was dat de Gereformeerde kerk te Heeg. Elke kerkelijke gemeente in de regio kreeg een zendingsquotum opgelegd om de uitzending en het onderhoud van de zendingspredikant financieel mogelijk te maken.
Meestal ontstond een hechte band met die predikant en zijn gezin door rondzendbrieven vanuit het zendingsgebied en door veel preek- en spreekbeurten in de regio van de zendingspredikant tijdens verlofperioden in Nederland. Ds. K. van Dijk en zijn vrouw hebben in hun aan gereformeerd Friesland gerelateerd zendingsgebied op Midden-Java gewerkt van 1906 tot aan hun internering door de Japanners. Ds. K. van Dijk is in 1945 overleden.
In de tweede helft van de twintigste eeuw kwamen er veel nieuwe zendingsgebieden bij en werden de regio's die met die gebieden verbonden werden groter. Het noordelijke gedeelte van Friesland met als zendende kerk Leeuwarden werd verbonden met Kebumen en Purworedjo (Midden-Java). Door de spanningen rondom Nieuw Guinea (Irian Jaya) moesten veel Nederlandse zendingswerkers Indonesië verlaten. 'Leeuwarden' werd nu verbonden met Argentinië. Bij een reorganisatie in 1973 gingen de Friese kerken samenwerken in het Zuid-Amerika Orgaan en er kwamen relaties bij met kerken in Brazilië, Chili, Uruguay en Nicaragua.
Steeds meer konden de kerken die door het zendingswerk waren ontstaan, zelf zorgen voor zendingswerkers. Vanuit Nederland werden vooral deskundigen uitgezonden die les gaven aan opleidingsinstituten voor die werkers. Daarnaast kwam het werelddiaconaat op, de ondersteuning financieel én met behulp van uitgezonden deskundigen van diaconale projecten, aanvankelijk vooral in de zendingsgebieden, later ook in andere landen. Er was dan meestal wel een band met een kerk en/of een kerkelijke diaconale organisatie in dat betreffende land. Bij ontwikkelingssamenwerking werkte men ook samen met niet-kerkelijke organisaties, vaak ook opgezet door de regering van het betreffende land.
Voor de Zendingscommissie en later de ZWO-commissie waren altijd de kerntaken: 1. het geven van informatie over het zendings- later het ZWO-werk in bepaalde gebieden, 2. het tot stand brengen van een gevoel van verbondenheid met zendings- en ZWO-werkers en met kerken in die gebieden en 3. als commissie zich ervoor inzetten dat de gemeenteleden genoeg bijdragen voor het zendingsquotum en liefst meer geven. Als de gemeenteleden onvoldoende bijdroegen moest het quotum worden aangevuld vanuit de algemene financiële middelen van de plaatselijke gemeente.
5.2 Evangelisatiecommissie, later Hoofdcommissie voor Evangelisatie en vanaf 1993 Commissie voor Evangelisatie/Missionair werk

In de Gereformeerde Kerken werd de term 'evangelisatie' gebruikt voor de taak om mensen, die 'van het evangelie vervreemd waren' in eigen land en vooral in de eigen woonplaats bekend en vertrouwd te maken met het evangelie, het liefst zo dat zij zich uiteindelijk aansloten bij de plaatselijke kerkelijke gemeente. De Hervormde Kerk gebruikte hiervoor de term 'inwendige zending' in onderscheid van de 'uitwendige zending' in het buitenland. De term 'evangelisatie' werd in die kerk vooral gebruikt voor de verenigingen die in heel veel plaatsen waren ontstaan met als doel om ervoor te zorgen dat er ook kerkdiensten werden gehouden met andere voorgangers dan die van de in die plaats dominante 'richting'. Voorbeeld in Leeuwarden-Huizum: de vereniging met de Kapel Pniël. De term 'missionair' zoals we die bij de commissie in de laatste 2 decennia van de 20e eeuw zien opkomen, werd in die periode in de protestantse kerken steeds meer gebruikelijk, hoewel het woord 'missie' vooral wordt gebruikt voor het 'zendingswerk' van de RK Kerk.
Meer door de correspondentie, dan door de bewaard gebleven notulen (vanaf 1939) blijkt dat er al in 1924 een Evangelisatiecommissie was die zeker in en na de Tweede Wereldoorlog ook subcommissies had, waardoor de naam Hoofdcommissie ontstond.
Naar verhouding veel materiaal is overgebleven van de Subcommissie Christelijke Bibliotheek, die in de periode 1940-2000 heeft gefunctioneerd en ophield in het jaar dat met de Schranskerk ook 'Het Trefpunt' werd verkocht waar de bibliotheek was gevestigd. Vanuit het overgebleven batig saldo onder andere door de verkoop van de boeken, werden forse donaties geschonken aan christelijke organisaties en instellingen, meestal met een missionaire doelstelling.
Het batig saldo hoefde kennelijk niet (meer) te worden aangewend om het dreigende faillissement van de kerkelijke gemeente in die jaren te voorkomen. Een aanwijzing van de financiële onafhankelijkheid van deze subcommissie.
Door de bewaard gebleven documentatie kan een goed beeld worden gevormd van de in de bibliotheek aanwezige boeken. Helaas staat op de lijsten op één uitzondering na nooit een jaartal vermeld.
Een andere subcommissie was de Evangelisatie Huisbezoekcommissie, later de Evangelisatie Contactcommissie. In die commissie is ook een plan besproken voor evangelisatiewerk met inschakeling van gemeenteleden. Daaruit blijkt dat ook in Leeuwarden-Huizum het idee (het ideaal) leefde dat de hele gemeente missionair moet zijn en dat dat niet kan worden 'uitbesteed' aan een commissie.
De Evangelisatiecommissie heeft ook samengewerkt met andere kerkelijke gemeenten, vooral binnen het verband van INTEAC (de interkerkelijke commissie voor evangelisatie-activiteiten in Leeuwarden). Ook was er de samenwerking om te komen tot het benoemen van een missionair toeruster voor de Gereformeerde kerken te Leeuwarden, Leeuwarden-West en Leeuwarden-Huizum.
5.3 Orgelcommissie en orgels

Tot 1976 is er in het archief alleen correspondentie van deze commissie, vanaf 1939. In 1976 is er een reglement voor de Orgelcommissie van de GKLH opgesteld en is er ook weer correspondentie aanwezig met een hiaat van 1993-1996. Er zijn ook verslagen bewaard uit de jaren 1981 en 2000-2002.
Wat de orgels betreft: in de Parkkerk werd in 1956 een orgel geplaatst door de firma Fonteijn en Gaal. In de Schranskerk moest men zich in de eerste jaren behelpen met een harmonium. Het eerste orgel was een éénklaviers Van Damorgel, dat in 1950 werd omgebouwd tot tweeklaviers instrument, maar toen door storingen zoveel te wensen overliet dat in 1978 werd besloten werd om het orgel door de firma Bakker en Timmenga te laten verwijderen. Er kwam eerst een elektronisch orgel. In 1983 werd van de Maranathakerk in Hilversum een 21-stemmig mechanisch De Kofforgel met liggende trompet gekocht en met enthousiaste hulp van vrijwilligers binnen 14 dagen overgebracht (een voorwaarde bij de koop). Het imposante en kwalitatief goede instrument kreeg in de vernieuwde kerk een plaats op de galerij tegenover de preekstoel en niet meer daarboven. In de tijd dat besloten werd tot de verkoop van de Schranskerk kwamen er suggesties en uitgewerkte plannen om het orgel een plaats te geven in de Oase, maar uiteindelijk is het orgel verkocht aan de Westerkerk in Gouda.
De Oase had aanvankelijk alleen een piano als begeleidend instrument, al was er ook voortdurend overleg over het plaatsen van een orgel. In de tachtiger jaren is door een gemeentelid een kleiner pijporgel geschonken, maar dit bleek uiteindelijk te licht wegens de slechte akoestiek in de Oase-kerkzaal. In 2002 is met behulp van vrijwilligers een Van Vulpenorgel geplaatst dat afkomstig was uit de Hervormde kerk van Wezep.
5.4 Interkerkelijke Werkgroep Toerusting Leeuwarden-Huizum

Deze werkgroep werd samen met de Hervormde gemeente te Leeuwarden-Huizum en de RK parochie samengesteld en organiseerde vanaf 1982 elk winterseizoen een aantal cursussen en gespreksgroepen over bijvoorbeeld Bijbelse onderwerpen, over kennis maken met andere levensbeschouwingen en de dialoog daarmee, over spiritualiteit, over kerkliederen en musici als Bach en Haydn en over de Friese kerkgeschiedenis.
6. Verenigingen

Ook al omdat er zoveel materiaal bewaard is gebleven, geven de archieven van verenigingen een goed beeld van het bloeiende verenigingsleven dat er geweest is in de GKLH, maar ook van een duidelijke terugval in de laatste jaren van de kerkelijke gemeente. De oudste Gereformeerde Mannenvereniging 'Daniël' (1930) hield in die jaren op te bestaan (de notulen gaan tot 1995), terwijl er in 1970 nog drie mannenverenigingen waren: naast 'Daniël' ook 'Onderzoekt de Schriften' (notulen van 1941 t/m 1979) en 'Ken uw Bijbel' (notulen van 1953 t/m 1971).

De Vrouwencontactgroep 'Belijden en Beleven' hield in 2004 haar laatste vergadering, terwijl de eveneens in 1946 opgerichte Gereformeerde Vrouwenvereniging 'Geloof zoekt Kennis' in 1996 nog maar net haar 50-jarig jubileum kon vieren.

De Jongerenvereniging 'Dr. Herman Bavinck' overleefde twee later opgerichte verenigingen, waaronder 'Meiinoar Ien', de 'vereniging van gewone jongens' (zoals een voormalig lid het omschreef) waarvan de notulen van 1949 t/m 1977 bewaard zijn gebleven. 'Bavinck' vierde in 1986 het 80-jarig jubileum, maar hield in 1990 haar opheffingsreceptie. Zij had toen alleen de jongelingsvereniging 'Eureka' (1976-1995) naast zich.

In het laatste decennium van de twintigste eeuw kwam de vereniging 'Noflik Byinoar' op (1989-1996), waarschijnlijk een 'gemengde' vereniging want de archiefstukken van de Meisjesvereniging 'Homonoia' (1975) gaan niet verder dan 1988. 'Homonoia' had als voorgangers 'Het Voorspel' (notulen van 1947 t/m 1950) en 'Weest getrouw' (notulen van 1955 t/m 1965).
Archief en inventarisatie

Het archief is gevormd vanaf 1910 toen de Gereformeerde kerk te Huizum werd geïnstitueerd.
In 1979 werd ca. 6 m1 in bewaring gegeven aan het Gemeentearchief van Leeuwarden, tegenwoordig het Historisch Centrum Leeuwarden (HCL). Het betrof de archieven uit de periode 1910 t/m 1975. Er is toen een plaatsingslijst opgesteld met 192 inventarisnummers.
Het archiefmateriaal vanaf 1975 en het materiaal van voor die tijd dat niet in bewaring was gegeven, werd uiteindelijk verzameld in de Oase, meestal in ordners. Op 24 oktober 2014 heeft Archiefbureau Ruerd de Vries gekeken hoe het gesteld was met dit archiefmateriaal. Het werd omschreven als: redelijk geordend, een deel in archiefdozen, een ander deel (verenigingen) ongeordend in dozen. Met het HCL werd contact opgenomen en Alexander Tuinhout, verantwoordelijk voor acquisitie bij het HCL, toonde zich bereid dit archief op te nemen (alsook dat van de Hervormde gemeente te Leeuwarden-Huizum). Daarna is het materiaal in mei 2015 overgebracht naar het Historisch Centrum Leeuwarden. Een klein gedeelte van het archief was ernstig aangetast door schimmel en moest daarom eerst worden behandeld bij een daarin gespecialiseerd bedrijf. Het nog onbewerkte archief kreeg een plaats in een depot van het HCL.
Besloten werd om een geheel nieuwe inventaris op te stellen omdat: 1. zich bij het in 2015 overgebrachte materiaal veel stukken van vóór 1975 bevonden, en 2. archiefmateriaal onder één inventarisnummer was geplaatst dat niet bij elkaar hoorde.
Tijdens het bewerken en selecteren van het archiefmateriaal is een lijst met te vernietigen materiaal opgesteld, die in zijn geheel ter advies is voorgelegd aan archivarissen/ projectbegeleiders van het HCL en ter goedkeuring aan het College van Kerkrentmeesters en het College van Diakenen van de rechtsopvolger van de GKLH, de Protestantse gemeente te Leeuwarden-Huizum.
Ongeveer 6 m1 archiefmateriaal is vernietigd. Voor het merendeel gaat het om stukken van de financiële administratie, die wettelijk maar een beperkt aantal jaren bewaard moesten blijven en voor een heel groot deel gaat het ook om zo genoemde 'dubbelen'. Verder waren er de periodieken, missives, verslagen en notulen die door bovenplaatselijke organen niet naar de kerkelijke gemeente in het bijzonder, maar naar meerdere kerken in het algemeen waren gezonden. Ook bestond een aanzienlijk deel uit boeken en periodieken, die meestal afkomstig waren uit de gedeponeerde verenigingsarchieven en niet in het archief hoefden te worden opgenomen.
Uiteindelijk ontstond zo een archief van ruim 23 m1.

Het archief is bewerkt door Dick Deuzeman en Harm Jager van Archiefbureau Ruerd de Vries te Kollum. Tijdens de bewerking is er geregeld contact geweest over de toe te passen regels, zowel intern binnen het archiefbureau als met de archivarissen/projectbegeleiders van het HCL, Alexander Tuinhout en Lutske Vlieger. Zo werd de conceptinventaris enkele keren aangepast.

Voor alle beschreven stukken geldt dat stukken jonger dan 50 jaar niet openbaar zijn. Daarenboven geldt een openbaarheidsbeperking van 110 jaar na geboortedatum voor stukken met persoonsgegevens.
Bedoelde stukken zijn slechts toegankelijk met schriftelijke toestemming van de Protestantse gemeente te Leeuwarden-Huizum


Dick Deuzeman, 30 december 2016
Bijlage 1: Predikanten van de Gereformeerde Kerk te Huizum, sinds 1963 Gereformeerde Kerk te Leeuwarden-Huizum

L.J.C. Kreyt: 28 oktober1910 - 21 maart 1920
W.H. den Houting: 31 juli 1921 - 4 juli 1942
W. van der Heide: 30 mei 1937 - 16 maart 1964
F.A. Hofman: 20 februari 1944 - 18 januari 1948
J.C.A. van Loon: 14 maart 1948 - 21 oktober 1951
G. Morsink: 7 september1952 - 12 april 1959
B. Berends: 1 mei 1960 - 9 oktober1966
J. Schelhaas: 4 september 1960 - 17 september1967
G.J. van der Po: 12 september 1965 - 6 mei 1973
C.E. van der Broek: 21 augustus 1966 - 1 oktober 1981
R.Brand: 18 augustus 1968 - maart 1980
Sj.Tiemersma: 11 augustus 1974 - 27 februari 1977
C.W. de Vries: 26 februari 1978 - 1 juli 1988
G. de Jong: 12 juli 1981 - 7 juli 1985
J. Ritsema: 27 april 1986 - 31 december 2005 (1 januari 1999 tot en met 31 december 2003 voor 50% detachering bij de Gereformeerde kerk te Dronrijp-Menaldum)
J. van der Veen: 9 september 1985 - 14 maart 1993
H. A. Klijn: 18 september 1988 - 31 december 2005 (vanaf 1 juli 1999 voor 70%) (overleden 6 december 2007)
W. Ganzevoort: 29 mei 1994 - 1 mei 2003 (vanaf 1 juli 1999 tot 1 maart 2003 voor 50%, detachering bij de Evangelische Broedergemeente, Zeist)
J. Miedema: 2002 - 2004 (20%)

Predikanten met bijzondere opdracht:

Geestelijke Verzorging Medisch Centrum Leeuwarden:
mw. C.A. Boonstra: 12 maart 1989 - 1 juni 1994
mw. S.C. Leene: 2 april 1995 - 14 maart 2004

Geestelijke Verzorging Borniaherne en Nieuw Mellens:
mw. G.W. van Bochove-Wildschut: 25 maart 2001 - 31 december 2005

Hulpdiensten:

Kand. F. Colenbrander: 1 september 1934 - 1 oktober 1936
Kand. J.S. Greidanus: 1 november 1936 - 1 mei 1937
Kand. G.P. van Arkel: 20 maart 1943 - 15 augustus 1943
Bijlage 2: Publicaties over de Gereformeerde Kerk te Leeuwarden-Huizum

Schranskerk Gereformeerde kerk Huizum 1910-2000 (Leeuwarden 2000)
Jant van der Weg, 25 jaar Oase in de woestijn (Leeuwarden-Huizum 2001)

Kenmerken

Datering:
1910-2005 (2006)
Soort toegang:
inventaris
Omvang:
17 m1
Samenvatting:
Betreft: gemeente in zijn geheel (Kerkenraad, Diaconie, Commissie van Beheer, Zendingscommissie, Evangelisatiecommissie), Noorderwijk, Zuiderwijk en Borniawijk, Nijlânwijk (Wijkkerkenraad, Wijkdiaconie), Parkwijk (Wijkkerkenraad, Wijkdiaconie, Schranswijk (Wijkkerkenraad, Wijkdiaconie), Oasewijk (Kerkenraad, Wijkdiaconie, Stichting Vrienden van de Cantorij van de Oase), Jongelingsvereniging 'Dr. Herman Bavinck', Jongelingsvereniging 'Meiinoar ien', Jongelingsvereniging 'Eureka', Meisjesvereniging 'het Voorspel', Meisjesvereniging 'Weest getrouw', Meisjesvereniging 'Homonoia', Jongerenvereniging 'Dr. Kuijper', Vereniging 'Noflik Byinoar', Jongeren Overleg 'Nieuwe Geluid', Gereformeerde Jeugdcentrale Huizum, Gereformeerde Mannenvereniging 'Daniël', Mannenvereniging 'Onderzoekt de Schriften', Gereformeerde Mannenvereniging 'Ken uw Bijbel', Vrouwencontactgroep 'Belijden en Beleven', Vrouwenvereniging 'Geloof Zoekt Kennis, Oudersvereniging van de Gereformeerde Jeugd Organisatie.
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Historisch Centrum Leeuwarden. Toegang 1726 Gereformeerde Kerk te Leeuwarden-Huizum, 1910-2005 (2006)
VERKORT:
NL-LwnHCL 1726