Logo Historisch Centrum Leeuwarden

leeuwarden artikel link leeuwarden artikel link
 
Uw zoekacties: College van Brandmeesters, respectievelijk het Algemeen Best...

1034 College van Brandmeesters, respectievelijk het Algemeen Bestuur van de Brandweer van Leeuwarden, 1710-1954

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
1034 College van Brandmeesters, respectievelijk het Algemeen Bestuur van de Brandweer van Leeuwarden, 1710-1954
1.
Inleiding
"....Wordt voorts verbooden dat geen vrouwen of kinderen bij den brandt sullen coomen bij verbeurte van dat boovenste kleedt ...", 1548. * 
De eerste bekende grote brand in Leeuwarden ontstaat in 1392 als een aantal Schieringers het Vetkoperse Leeuwarden heimelijk binnensluipen en het Predikarenclooster met de Grote- of Jacobijner kerk in brand steken *  . Na de tweede grote brand in 1483, waarbij tweehonderd huizen worden verwoest, ontstaat de eerste keur op het brandwezen in Leeuwarden. Hierbij worden 12 "bequame" mannen, drie uit elk espel, als brandmeester belast met het uitoefenen van het toezicht op de bepalingen van de keur. De derde grote brand in 1511 verwoest ook ongeveer tweehonderd huizen. De gevolgen hiervan zijn terug te vinden in het "Register van den aanbreng" van 1511 met een opsomming van verbrande huizen in het "Oldehoesta" Espel, het gebied rondom de Kleine Kerkstraat.
Er komen aanvullingen op de keur in 1545 en 1558. Bij de laatste aanvulling worden er gecommitteerden van de Raad aangesteld die toezicht zullen houden op de werkzaamheden van de brandmeesters en hun in geval van nalatigheid zullen beboeten.
In juli 1672 wordt een nieuwe ordonnantie op het blussen van brand uitgevaardigd. Het zijn nu niet meer alleen de brandmeesters en de schutterij, maar ook alle arbeiders die in stadsdienst zijn die speciaal worden belast met de brandbestrijding *  . Deze aanpak komt niet uit de lucht vallen. De directe aanleiding is de dreiging die uitgaat van de inval van onder anderen de Bisschop van Munster, die door zijn gebruik van brandbommen als "Bommen Berend" de Republiek bedreigt. Anderzijds is het ook al sinds 1578 regel, dat schutterij en arbeiders wachtmeesters assisteren bij calamiteiten. *  Bovendien wordt in 1672 bepaald dat de brandemmers niet meer bij de burgers worden bewaard, maar dat ze worden opgeborgen en onderhouden in gebouwen van de stad en dat de daaruit voortvloeiende kosten zullen worden verhaald op de burgers door een belasting, het brandemmergeld.
Vlak daarvoor is in 1671 al een besluit genomen om de eerste brandspuit aan te schaffen. Om de brandspuit te bedienen wordt een vast bedieningsmanschap aangewezen. In een resolutie van 17 maart 1702 wordt bepaald dat degenen die belast zijn met het bedienen van de spuit een witte band om de arm moeten dragen, zodat de brandmeester kan zien wie onder zijn bevel staat.
In september 1735 wordt geregeld dat de administratie van de brandemmergelden in handen wordt gelegd van één brandmeester. Bovendien worden de brandmeesters geformeerd tot Het College van Brandmeesters dat op gezette tijden een bespreking heeft. De notulenboeken van het college van brandmeesters beginnen in 1817 en lopen door tot 1954. Na de opheffing van het college van brandmeesters in 1935 gaan de notulenboeken over naar eerst de vrijwillige, en na 1945 naar de beroepsbrandweer. In oktober1827 wordt een nieuw brandweerreglement afgekondigd waarin de samenwerking tussen verschillende brandweerkorpsen is geregeld. Ook wordt er dan een opperbrandmeester aangesteld. In 1908 komt er een nieuwe wijkindeling, waarbij de stad wordt verdeeld in zes wijken met ieder twee brandspuiten en 1 slangenwagen, met op Schildkampen als zevende wijk een gestationeerde brandspuit.
Na de grote brand in het Paleis van justitie op 7 februari 1919 worden in oktober van dat jaar 6 motorbrandspuiten gekocht. Een nieuwe berging komt er in een pand aan de Nieuwestad, naast het politiebureau.
Na de opheffing van het 250 jaar oude College van Brandmeesters in 1935 wordt de leiding van de brandweer overgedragen aan twee inspecteurs van politie, die in hun taak worden bijgestaan door een college van vrijwillige brandmeesters. De tweede wereldoorlog maakt aan deze organisatievorm een einde en wordt de brandbestrijding opgedragen aan zogenaamde luchtbeschermingsbrandploegen. Na 1945 wordt er een begin gemaakt met de professionalisering van de brandweer.
Uit de stukken in het archief valt af te leiden dat opperbrandmeester Thomas Adrianus Romein (1811-1881), zijn eigen correspondentie als brandmeester heeft gearchiveerd. Romein was stadsarchitect van 1843-1873; daarna directeur van gemeentewerken tot 1881 en opperbrandmeester van 1854 -1881. Op voorstel van Romein en naar aanleiding van de grote kermisbrand van 27 juli 1842, *  wordt op 29 januari 1850 de Onderlinge Waarborgmaatschappij opgericht. Romein wordt hiervan eerst tot 1871 directeur-secretaris en daarna secretarisboekhouder. Op 7 juli 1860 wordt hij als brandmeester benoemd tot ridder in de orde van de Eikenkroon van Luxemburg. * 

Kenmerken

Datering:
1710-1954
Soort toegang:
inventaris
Omvang:
3 m1
Bloknummer:
28
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Historisch Centrum Leeuwarden. Toegang 1034 College van Brandmeesters, respectievelijk het Algemeen Bestuur van de Brandweer van Leeuwarden, 1710-1954
VERKORT:
NL-LwnHCL 1034