De familie Andreae stamt uit het dorpje Hitzum bij Franeker. Een vooraanstaand lid van de familie was dr. Gaius Andreae (1657-1736), die in Franeker medicijnen studeerde en o.a. in Makkum en Blija als arts praktiseerde. Hij was van 1695 tot 1703 als gereformeerd predikant actief in Nederlands Indië.
Zijn zoon, Daniël Hermannus Andreae (1697-1772) huwt in 1733 met Taetske Margaretha Beucker en hun drie kinderen krijgen de achternaam Beucker Andreae mee.

De in het archief genoemde mr. Henricus Beucker Andreae ( 1736-1805) is hun oudste zoon. Hij studeert rechten in Franeker en treedt daarna als secretaris in dienst van grietenij Het Bildt. Hij huwt in 1771 met Baukje Lycklema à Nijeholt.
Hun enig kind, Daniël Hermannus Beucker Andreae, wordt in 1772 geboren in Sint Annaparochie. Ook hij studeert rechten in Franeker. Hij promoveert in 1795 en probeert vervolgens een rol te spelen in het Friese bestuurlijke en politieke leven. Hij hangt in de roerige laatste jaren van de 18e eeuw het patriotische gedachtegoed aan en dat levert hem de nodige problemen op. Daardoor vertrekt hij al snel uit Friesland, eerst naar Groningen en later naar Den Haag, waar hij in augustus 1796 wordt benoemd tot substituut-secretaris van het departement van financiën. Maar na zes jaar keert hij terug naar Friesland. In 1802 wordt hij benoemd tot drost van Ferwerderadeel, Het Bildt en Menaldumadeel. In 1803 trouwt hij met Catharina Elizabeth Huber (1779-1822), telg uit een van de belangrijkste regentenfamilies van Friesland.

Het echtpaar gaat in 1804 wonen op het buitengoed Schatzenburg onder Dronrijp. In 1809 verkoopt hij Schatzenburg aan zijn schoonvader Johannes Lambertus Huber (1750-1826) en vestigt zich te Ferwerd. In 1811 wordt hij benoemd tot rechter van instructie bij de rechtbank van eerste aanleg te Leeuwarden, alwaar hij ook gaat wonen. Na ruim een jaar neemt hij ontslag als rechter en wordt hij benoemd tot griffier bij dezelfde rechtbank. Deze functie vervult hij tot aan zijn overlijden in 1822. In 1821 is hij ook nog lid van de Leeuwarder gemeenteraad geworden.

De in archiefstuk 6 genoemde Meintje, Boukje en Margaretha zijn kleindochters van Daniël Hermannus.
Archiefstuk 7 behelst een akte van mr. Pieter Andreae, notaris, geboren te Harlingen in 1782 en overleden in Leeuwarden in 1855. Hij is een zoon van dr. Gajus Andreae , geneesheer (geb. Blija 1742, gest. Harlingen 1799), die op zijn beurt weer een kleinzoon is van de hierboven genoemde dr. Gaius Andreae.

Veel informatie over de familie (Beucker) Andreae is te vinden in ‘Nederlands Patriciaat’, 77e jaargang 1993, maar ook in het werk ‘Geslacht-register van de familie Andreae’ door J.H. Beucker Andreae uit 1854.
Eveneens in de bibliotheek van het HCL vindt men dein 1829 uitgegeven ‘Levensschets van Mr. Daniël Hermannus Beucker Andreae’ van de hand J.W. de Crane.

Hoe en wanneer dit kleine archiefje in het Leeuwarder Gemeentearchief terecht is gekomen is onduidelijk.

Er is nog een veel groter archief van de familie Beucker Andreae aanwezig in het HCL, onder nummer 1759: Het archief Beucker Andreae c.a., o.a. te Leeuwarden, 1686-1865.