Logo Historisch Centrum Leeuwarden

leeuwarden artikel link leeuwarden artikel link
 
Uw zoekacties: Zeilvereniging, later Koninklijke Watersportvereniging "Fris...

3103 Zeilvereniging, later Koninklijke Watersportvereniging "Frisia" te Grouw, 1861-2014

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
I. Inleiding
3103 Zeilvereniging, later Koninklijke Watersportvereniging "Frisia" te Grouw, 1861-2014
I.
Inleiding
Op 28 september 1860 werd te Grouw de zeilvereniging “Frisia” opgericht met het doel om de “vooruitgang van scheepvaart en scheepsbouw te bevorderen”. De eerste bestuursleden van de vereniging waren gegoede burgers. Rijksontvanger Arnold Abraham Uitenhage de Mist werd voorzitter, onderwijzer Sijbe Piers Sjollema secretaris, houtkoopman Klaas van Riesen penningmeester en de geneesheer Hidde Eeltjes Halbertsma en veerschipper en boterkoopman Jogchum Zuidema bestuursleden.

De vereniging startte met 61 leden, wat overeenkwam met ongeveer 1 op de 30 inwoners van Grouw. In de loop van de jaren fluctueerde het ledental soms hevig. De eerste jaren gaven vooral een opgaande lijn te zien: in 1882 waren er al 118 zeilers lid van “Frisia”. Onder invloed van de Landbouwcrisis nam het ledental tegen het einde van de 19e eeuw af tot ongeveer 95. Kort na de Tweede Wereldoorlog was het ledental van de vereniging zelfs zodanig penibel, dat opheffing werd overwogen. Een snelle ledenwerfactie kon “Frisia” toen voor de ondergang behoeden.

Na de Tweede Wereldoorlog werd ook duidelijk dat de functie van de zeilvereniging sinds de oprichting sterk was veranderd. In de 19e eeuw was de ‘silerij’ nog vooral beroepsmatig van aard en hadden schippers er alle belang bij om snel te kunnen zeilen. In de 20e eeuw werd het zeilen meer hobbymatig. Ook de entourage waarin het hardzeilen plaatsvond wijzigde tussen 1860 en 1960 sterk. Midden 19e eeuw was Grouw erg geïsoleerd en was het grootste gedeelte van de leden uit het eigen dorp afkomstig. Na de Tweede Wereldoorlog was juist het omgekeerde het geval en waren de leden soms ver buiten Grouw woonachtig.
“Frisia” hield vanaf de oprichting de zeilwedstrijden in het merengebied bij Grouw op de woensdagen, voorafgaand aan de Grouwster kermis op de derde donderdag van september. Toen de kermis tegen het einde van de 19e eeuw naar de zondagen en maandagen verhuisde, verhuisden de wedstrijden van “Frisia” mee. De vereniging schreef wedstrijden uit in verschillende klassen, van skûtsjes tot schouwen, en bood daardoor plaats aan een breed scala aan zeilliefhebbers.

De jaarlijkse wedstrijden waren in Grouw evenementen die veel bekijks trokken. De hardzeildagen vonden altijd plaats in een feestelijke sfeer. Ze werden veelal luister bijgezet door het plaatselijke harmoniekorps “Apollo” of door muziekgezelschappen van buiten het dorp. Met de wedstrijden waren aantrekkelijke prijzen, zoals zilveren schalen, bestekken en sigarenbekers, pendules en horloges te winnen, die na afloop van de wedstrijd in een van de Grouwster etablissementen werden uitgereikt. In veel gevallen werden de prijzen beschikbaar gesteld door notabele inwoners, andere zeilverenigingen en soms zelfs door leden van het Koninklijk Huis. Het was traditie dat bij de prijsuitreiking zeilersliedjes ten gehore werden gebracht, die voor de gelegenheid waren geschreven door Cornelis Wielsma (tot 1894 zelf voorzitter van “Frisia”) of Jogchum Nieuwenhuis.
Met nog meer vertoon dan de prijsuitreikingen werden de jubilea van de vereniging gevierd. In 1885 vond na de jubileumwedstrijd ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan een vuurwerkshow plaats; iets dat ook bij latere jubilea steeds een traditie zou zijn. Heel bijzonder was in 1920 de landing van een watervliegtuig op het Pikmeer ter gelegenheid van het 60-jarig jubileum. De piloot, sergeant-vlieger J. van der Witte van vliegkamp “De Mok”, was de eerste vliegenier die in Grouw landde. Het evenement trok op 12 september 1920 zoveel bekijks, dat werd gerapporteerd dat er nooit tevoren een zo groot aantal mensen in Grouw was geweest. Pathé Fréres was ingehuurd om filmopnamen van het gebeuren te maken en ongetwijfeld zal de landing veelvuldig zijn besproken op het diner waarmee de feestelijkheden ’s avonds werden afgesloten.

Midden jaren ’20 stond “Frisia” er goed voor, met circa 180 leden. De vereniging bloeide tot het midden van de jaren ’30, toen het 75-jarig jubileum opnieuw met veel publieke activiteiten kon worden gevierd. Een van de geschenken die de vereniging ontving was een nieuw vaandel, dat het oude, versleten vaandel moest gaan vervangen. De jubileumwedstrijden – en ook de jaarlijkse hardzeilerijen – konden zich intussen verheugen in een groeiend aantal deelnemende scheepstypen. In de jaren ’20 en ’30 werden de wedstrijdklassen onder meer uitgebreid met BM-ers, valken en olympia-jollen.
De crisisjaren lieten ook “Frisia” op den duur echter niet ongemoeid. In 1938 werd de jaarlijkse wedstrijd afgeblazen, omdat het kastekort van de vereniging het niet toeliet om een hardzeilerij te organiseren. In 1939 vond de wedstrijd evenmin plaats als gevolg van de tijdsomstandigheden. De draad werd in 1940 weer opgepakt. Het organiseren van publieke evenementen in bezettingstijd was lastiger dan in de jaren ’30, maar desondanks slaagde “Frisia” er in de jaren 1940-1943 in om de jaarlijkse hardzeilerijen nog doorgang te laten vinden.

Het afblazen van de wedstrijden in 1938, 1939 en 1944 kwam het bestuur van de vereniging niet slecht uit. “Frisia” zat tijdens en net na de oorlog zeer krap bij kas en het ledenaantal was tijdens de bezetting nogal teruggelopen. Kort na de bevrijding werd gesuggereerd om de vereniging op te heffen, maar een ledenwerfactie bracht uiteindelijk uitkomst. In 1948 telde de ledenlijst van “Frisia” alweer 184 leden en was het voortbestaan van de vereniging veilig gesteld.

Na de oorlog breidde het takenpakket van de vereniging zich langzamerhand uit. De traditionele jaarlijkse hardzeilerij maakte plaats voor meerdere wedstrijden per seizoen en ook ging “Frisia” zich bezighouden met ontspanningsavonden voor leden en navigatiecursussen. Voor specifieke doelgroepen werden navigatietochten georganiseerd, evenals nachtzeilen. In de strenge winters van 1979-1980 werden door “Frisia” op het Pikmeer en de Wijde Ee zelfs ijszeilwedstrijden gehouden.
Op maatschappelijk gebied liet “Frisia” zich evenmin onberoerd. In 1953 sloten drie bestuursleden – Jan de Vries, Jan de Wal en Gauke Bakker – zich aan bij het initiatief van oud-bestuurder Hidde Halbertsma om actief hulp te gaan bieden in het rampgebied in Zeeland. De groep Grouwster reddingswerkers bracht vooral in Ooltgensplaat en omgeving zo’n 1500 mensen in veiligheid.

In 1964 was het het Frisia-bestuur dat zich, samen met andere organisaties en particulieren, fel kantte tegen de voorgenomen bouw van een elektriciteitscentrale aan het Prinses Margrietkanaal. De centrale werd uiteindelijk gerealiseerd aan het Bergumermeer, waardoor het landschapsschoon in het merengebied behouden kon blijven. Dat “Frisia” daaraan grote waarde hechtte blijkt wel uit de jaarlijkse deelname aan de Wetterhimmeldei aan het begin van de jaren ’70.

In de jaren ’60 en ’70 groeide de vereniging en professionaliseerde de zeilsport. Van belang voor de wedstrijdorganisatie was de starttoren in het Pikmeer, die in 1955 op initiatief van de Vereniging voor Vreemdelingenverkeer was gebouwd en in 1974 werd vernieuwd. Het starteiland was jarenlang onder beheer van een aantal watersportverenigingen uit Grouw, waaronder “Frisia”.
Ook in de naoorlogse jaren werden de jubilea van de vereniging steeds groots gevierd. In 1960 werd naast de traditionele jubileumzeilwedstrijd en het vuurwerk in Grouw ook de watersporttentoonstelling “F 100” ingericht, die overigens financieel een debacle bleek. In datzelfde jaar werd aan de Zeilvereniging Frisia het predicaat “Koninklijke” verleend.

Tot 1974 bestond “Frisia” onder de naam Koninklijke Zeilvereniging Frisia. De fusie met “Lyts Frisia” aan het einde van 1973 was de aanleiding voor wijziging van de naam in Koninklijke Watersportvereniging “Frisia”. Met de aansluiting van “Lyts Frisia” ging ook het Skipkesilen, het zeilen met modelschepen, tot het takenpakket van de vereniging behoren. De aandacht voor het jeugdzeilen nam toe door de aansluiting van de zeilvereniging “Lyts Begjin” bij “Frisia” in 1977.

Bij het 125-jarig bestaan in 1985 verscheen het jubileumboek “Onder Wapperende wimpels door de Grouster Weagen (…)” van Hendrik van der Mei. Voor een gedetailleerde beschrijving van de historie van de vereniging wordt naar dat werk verwezen.
Het archief van “Frisia” is in de loop der jaren op verschillende plekken ondergebracht. Een tijdlang was het opgeslagen bij het streekmuseum “De Trije Gritenijen” en later kwam het onder het beheer van de Stifting Grou. Tegelijk met de overdracht van de collectie van de Stifting Grou aan de gemeente Boarnsterhim in 2012 is ook het archief van “Frisia” aan de gemeente overgedragen. Eind 2015 is door het bestuur van de vereniging nog een aanvulling op het archief geschonken aan het Historisch Centrum Leeuwarden. Daar is het archief sinds de gemeentelijke herindeling met Boarnsterhim per 1 januari 2014 ondergebracht.

Uit het archief is, behoudens enkele doublures en incourante facturen en kwitanties, niet vernietigd. Enkele bij het archief behorende realia, zoals verenigingsvlaggen en een schipperspet die door bestuursleden werd gedragen, zijn ondergebracht in de objectencollectie van het Historisch Centrum Leeuwarden.



Kenmerken

Datering:
1861-2014
Auteur:
A. Tuinhout
Soort toegang:
inventaris
Omvang:
1,6 m1
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Historisch Centrum Leeuwarden. Toegang 3103 Zeilvereniging, later Koninklijke Watersportvereniging "Frisia" te Grouw, 1861-2014
VERKORT:
NL-LwnHCL 3103
Categorie: