Logo Historisch Centrum Leeuwarden

leeuwarden artikel link leeuwarden artikel link
 
Uw zoekacties: Martha Feitsma

1889 Martha Feitsma

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
Martha Feitsma (1907-1944) was een meisje van joodse komaf uit Leeuwarden. Ze behoorde tot één van de goed geïntegreerde joodse families die Leeuwarden rijk was in de periode voor de tweede wereldoorlog. Ten tijde van het schrijven van haar dagboekje woonde ze met haar ouders aan de Nieuwestad 76, alwaar haar ouders een winkel in modeartikelen uitbaatten. Haar dagboekje omvat de periode medio 1922 tot medio 1923 en is nu beschikbaar op de website van het HCL. Het originele document is uiteraard opgenomen in onze collectie en is hier te raadplegen.
Het document komt uit de papieren nalatenschap van Marten Castelein uit Leeuwarden (overleden in 1981) en is daarin begin 2012 ontdekt door zijn achterneef Jolt Oostra uit Drachten en vervolgens in mei 2012 geschonken aan het HCL. Het is ons nog niet bekend hoe het dagboekje van Martha in het bezit is gekomen van de heer Castelein.

Martha is een dagboek gaan bijhouden rond het moment dat ze meent “bakvisch” te gaan worden. Ze is dan 14 jaar en 9 maanden. Ze houdt het de eerste periode van schrijven nauwgezet bij, ze schrijft er elke avond haar belevenissen in op. Ze vermeldt telkens keurig de datum en de eerste letter van de bijbehorende dag. Dan volgt er ruim twee maanden niets, waarna ze weer verder gaat met haar dagelijkse berichtgeving. Wel verlengt ze vanaf deze tweede periode de afkorting voor de betreffende dag. Begin 1923 stokken de geregelde mededelingen en worden er perioden overgeslagen waarna ze weer een aanvang neemt. Ze schrijft uiteindelijk haar laatste entree op 16 juli 1923. Verder heeft ze op een aantal plaatsen in het dagboekje tekeningen gemaakt om het een en ander te verduidelijken.

Martha schrijft vrij concreet over wat ze meemaakt in haar dagelijks leven en ze is vrij openhartig over haar uiterlijk en eventuele onzekerheden daaromtrent (gewicht, figuur bijv.). Haar dagboekje geeft, gedurende een jaar, een beeld van haar persoonlijke leven, haar dagelijkse leven, haar school, haar buitenschoolse activiteiten en haar familieleven. Maar ook belangrijke dagen zoals Koninginnedag en “Sint Klaas” komen aan bod. Verder laat ze de bijzondere gebeurtenissen in de stad niet onbeschreven voorbijgaan, zo is er het huwelijk van Mr. W. baron Röell en A.C.E.W. barones van Harinxma thoe Slooten dat voltrokken werd op 19 december 1922 in Leeuwarden en waar zij getuigenis van geeft. Ze maakt af en toe ook gebruik van haar kennis van vreemde talen (o.a. duits en frans) om iets uit te drukken. Een opvallend gegeven uit haar relaas is het feit dat een aantal van de joodse families uit het dagboekje toentertijd Duitse kinderen in huis hebben gehad. Interessant is ook haar taalgebruik, het doet op sommige punten enigszins kinderlijk aan (niet bestaande woorden, fantasievolle verbasteringen). Met het wonen in Leeuwarden lijkt ze af en toe wat moeite te hebben. Hierover merkt ze onder meer op: “Ik vind L een misselijke stad en het is nog wel m’n geboorteplaats”.

Martha’s dagboekje is geschreven in een schoolschrift met harde kaft. Er zijn in totaal 41 pagina’s beschreven, de resterende bladzijden zijn leeg gebleven. Het is het originele, door haar met de hand geschreven, document. Medio 2012 is het handschrift door HCL-medewerkers digitaal bewerkt ten behoeve van de website van het HCL. De tekst is letterlijk overgenomen, dus met schrijf- en stijlfouten, inconsequente spelling en eigen bedenksels. Ook de doorhalingen van haar hand zijn overgenomen in de digitale tekst (herkenbaar aan de streep door de lettertekens). Tevens is de digitale paginering gelijk gemaakt aan het origineel. De door Martha gemaakte tekeningen zijn niet overgenomen in de digitale tekst, hierdoor is het aanbevolen om tijdens het lezen de corresponderende gescande originelen naast de tekst te raadplegen. Voorts zijn er nog een aantal eindnoten aangebracht in de digitale tekst die verwijzen naar achtergrondinformatie omtrent personen, gebeurtenissen of begrippen. Deze achtergrondinformatie is te vinden achterin het bestand, op pagina 42. De tekst bevat ongeveer 6800 woorden.
Martha Feitsma werd op 25 november 1907 geboren te Leeuwarden. Ze had een halfbroer, Benjamin “Beike” Feitsma geboren 27 december 1893, uit het eerste huwelijk van haar vader. Haar ouders waren Philippus Feitsma, geboren 20 maart 1864 te Leeuwarden, en Judikje Cohen, geboren 03 november 1878 te Leeuwarden. Zij hadden in Leeuwarden een zaak in modeartikelen aan Bij de Put en verhuisden hiermee later naar het pand Nieuwestad 76. Het gezin woonde boven de winkel. Na de dood van haar vader zette Martha deze winkel voort als “Feitsma Speciaalzaak Dameshoeden”. Martha is op twintigjarige leeftijd in het huwelijk getreden met Joseph Sanders, geboren 20 januari 1898 te Leeuwarden. Zij kregen de volgende kinderen, Philip Sanders geboren 29 september 1932, Salco Hans Sanders geboren 04 september 1935 en Judith Sara Mirjam geboren 11 juni 1942. Het gezin is op 27 februari 1941 verhuisd naar de Transvaalstraat 48 en vandaaruit rond 04 december 1942 weggevoerd naar het doorgangskamp Westerbork. Joseph Sanders is uiteindelijk gestorven in kamp Buchenwald op 29 maart 1945, slechts 13 dagen voor de bevrijding van het kamp door de Amerikanen. Martha en de drie kinderen zijn naar Auschwitz overgebracht, alwaar ze op 08 oktober 1944 om het leven zijn gebracht.

Kenmerken

Datering:
1922-1923
Soort toegang:
inventaris
Omvang:
0,02 m1
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Historisch Centrum Leeuwarden. Toegang 1889 Martha Feitsma
VERKORT:
NL-LwnHCL 1889