Logo Historisch Centrum Leeuwarden

leeuwarden artikel link leeuwarden artikel link
 
1182 Old Burger Weeshuis (O.B.W.) en Gabbema Gasthuis I te Leeuwarden
Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
3. Regestenlijst van oorkonden
3 Auck Petersdochter, vrouw van Liewe Liewe sone verklaart bij testament o.a. de volgende bepalingen te hebben gemaakt: dat zij zal begraven worden in haar ouders graf in de kerk der Predicatoren, op de denkbaarst eenvoudige wijze, zonder offers, dat de predicatoren daarvoor 5 ggl. krijgen, maar niet de 6 ggl. 's jaars, die zij verlangen voor haar moeders weekmis, dat haar man, haar oom en diens kinderen legaten zullen krijgen, dat de twee door haar gekochte huizen met schuur en hof zullen dienen tot tehuis voor acht à tien arme weeskinderen, waarvoor nadere bepalingen worden gegeven, dat haar man, Eede Martna, Mr. Triepke Allert Doedes zoon en haar neef Jacob Adamszoon executeurs zullen zijn en dat, als het stadsbestuur bezwaren mocht maken en de huizen wil naasten, zooals bij de goederen van Arnt van Zwol, deze moeten vererven op haar familie, haar oom Mr. Sibrant, haar zusterlingen en Tiet Wolter Siegersdr. of haar kinderen als rechte zusterling.
a. Oorspr. (Inv. no. 649). De oorspr. opgedrukte zegels van Dr. Kempo van Martena, raadsheer en Dominicus Pybeson ontbreken. Geteekend door Ede Martena, Pieter Cempis, Gercke Jorretsz, Tziard Elckes en Douwe Eles.
b. Afschrift in Inv.no. 134, f° 1-3.
c. Afschrift in Inv.no. 135, f° 1-3.
d. Afschrift in Inv.no. 901, Bijlage A blz. 90-96.
e. Afschrift in Inv.no. 902, Bijlage A blz. 87-93.
f. Extract in Inv.no. 648, blz. 1-5.
1182 Old Burger Weeshuis (O.B.W.) en Gabbema Gasthuis I te Leeuwarden
3. Regestenlijst van oorkonden
3
Auck Petersdochter, vrouw van Liewe Liewe sone verklaart bij testament o.a. de volgende bepalingen te hebben gemaakt: dat zij zal begraven worden in haar ouders graf in de kerk der Predicatoren, op de denkbaarst eenvoudige wijze, zonder offers, dat de predicatoren daarvoor 5 ggl. krijgen, maar niet de 6 ggl. 's jaars, die zij verlangen voor haar moeders weekmis, dat haar man, haar oom en diens kinderen legaten zullen krijgen, dat de twee door haar gekochte huizen met schuur en hof zullen dienen tot tehuis voor acht à tien arme weeskinderen, waarvoor nadere bepalingen worden gegeven, dat haar man, Eede Martna, Mr. Triepke Allert Doedes zoon en haar neef Jacob Adamszoon executeurs zullen zijn en dat, als het stadsbestuur bezwaren mocht maken en de huizen wil naasten, zooals bij de goederen van Arnt van Zwol, deze moeten vererven op haar familie, haar oom Mr. Sibrant, haar zusterlingen en Tiet Wolter Siegersdr. of haar kinderen als rechte zusterling.
a. Oorspr. (Inv. no. 649). De oorspr. opgedrukte zegels van Dr. Kempo van Martena, raadsheer en Dominicus Pybeson ontbreken. Geteekend door Ede Martena, Pieter Cempis, Gercke Jorretsz, Tziard Elckes en Douwe Eles.
b. Afschrift in Inv.no. 134, f° 1-3.
c. Afschrift in Inv.no. 135, f° 1-3.
d. Afschrift in Inv.no. 901, Bijlage A blz. 90-96.
e. Afschrift in Inv.no. 902, Bijlage A blz. 87-93.
f. Extract in Inv.no. 648, blz. 1-5.
Datering:
1534 November 14
NB:
Gedrukt door Joh. Boltjes te Leeuwarden, z.j. (18e eeuw), 4°, in W. Eekhoff Geschiedkundige Beschrijving van Leeuwarden, (1846), p. 384-387 en in M.J. van Heemstra a.w. blz. 8-10.
16 Heer Joest Riouwertz, prebendarius in de St. Vituskerk te Oldehoeff binnen Leuwarden verklaart het volgende bij testament te hebben bepaald:
1. begrafenis voor zijn eigen altaar,
2. de nalatenschap voor de kinderen of kleinkinderen van zijn zustersdochter Eckel, subs. de arme weeskinderen in het weeshuis binnen Leuwarden, behoudens legaten voor de kerk (voor een blauwe steen met naam en sterfdatum), de Jacobijnen, de conventualen van St. Annaklooster, zijn nicht Gerrit Gosses in dat klooster, de patronen te Raerdt bij Dockum en te Blija, waar hij gewoond heeft, de zieken in het Lasarushuis bij Leeuwarden t.b.v. de reparatie van het huis, de priesters van Oldehove, die bij zijn begrafenis en uitvaart zijn, de portionisten daarvan geld voor vijf jaar missen, o.a. uit zijn huis in de Baginenstrate binnen Leuwarden en de weeskinderen een middelbaar bed met twee lakens en als zij zullen erven, moeten zij ieder jaar een eeuwige memorie op zijn sterfdag houden.
Tot executeurs stelt hij aan Mr. Frans, pastoor te Marrum en Dionysius Rommertsz. van Wyngie, nu binnen Leuwarden. Getuigen zijn de beide pastoors van St. Vitus, Heer Steven (teekent: Stephanus Sylvius) en Heer Ywe (teekent: Yvo Joannis), Mr. Frans voornoemd (teekent: Franciscus Lioninus Lichtaner), Mr. Jacobus Petri, prebendarius, Heer Ids, perpetuus vicarius St. Vitus (teekent: Idzardus Wintzonis), Mr. Renick van Bourmania en Dionysius Rommerts.
Oorspr. (Inv.no. 653), geteekend door de getuigen en met de opgedrukte zegels van de HH. Steven, Yvo en Jacobus en van Renick van Burmannia.
17 Eescke Gerck Tyessensdochter, weduwe van Epe van Martena verklaart ter zake haars doods als volgt te hebben gedisponeerd:
1. begrafenis bij haar man in de kerk der Predicaren binnen Leuwarden,
2. legaten voor die kerk en het klooster uit haar zate te Medum, bewoond door Quirijn en Syouck EL., voor haar biechtvader br. Johan, supprior der minder broeders binnen Leuwarden, het convent van Garnanwert, haar zuster Anna te Cuysmar o.a. de huur van haar zate "tot Hemmingha" te Holwert, het convent te Cuysmar, haar nichten Popck Jaringa, Ants en Anna Hotnia te Bethlem en Rints Jaersa te Syon, het Sint Annaklooster en het nieuwe nonnenklooster binnen Leeuwarden, de godshuizen van Olde- en Nieuwenhove, Dr. Upko van Bourmania, de HH. Stephen en Iuo, pastoors en Idts, vicaris te Oldehove, H. Joannes, pastoor te Cornium, den jongeren priester aldaar, de OLV-broeders te Ilst en de kruisbroeders te Sneeck, de huis zittende armen te Holwert (een rente uit haar door Worp bewoonde goed Dondes er of Doudeser) en den patroon aldaar, de armen te Dockum (uit haar stede aldaar in der Horne en twee steden bij Claircampersijl), die te Leuwarden en het weeshuis aldaar, gesticht door Auck Lyeuwes een rentebrief van 10 ggld. 's jaars, gekocht voor 200 ggl., met 5 jaar achterstallige renten en 450 ggl. contant, welk totaalbedrag van 700 ggl. op rente moet worden gezet en ten eeuwigen dage gehouden tot het onderhoud van drie daartoe op te nemen weeskinderen. Eventueele overschotten van huren enz. zijn voor de Leeuwarder huiszittende armen. Haar landzaten behouden hun leven lang hun pacht; haar nicht Auck, dochter van Hoyt Tyenssens krijgt haar zate te Ee met de twee steden, mits aan haar zusters Anna en Lyauck 100 ggl. elk uitkerende. Deze zate zal na den dood der pachters Reawart en Aeff vrij van pacht blijven.
Haar neef Ulbe Tyessens krijgt haar door Lyeuwe gebruikte goed te Hantumhuysen, Doecke van Martena de drie zilveren kroezen, haar gelegateerd door Edo van Martena.
Erfgenamen zijn haar zusterlingen Worp Tyessens, Bartelt Sterckenborch en Margareta, vrouw van Wybe Poppinga; eerstgenoemde en Mathijs Rommarts zullen als executeur optreden.
Getuigen: Hayo van Camminga, Mr.Syurdt Aesgema, Jacob Jelys, burgemr, Gerrit Wibes, Gerbrant Arents en Pieter Pietersz, burgers van Leuwarden.
a. Zestiendeëeuwsch afschrift (Inv.no. 654).
b. Extract in Inv.no. 134, f° 14.
c. Extract in Inv.no. 135, f° 14.
d. Extract in Inv.no. 648, blz. 22.
Tot erfgename benoemt hij zijn vrouw Juffr. Gaetz van Groudestijns met speciale toewijzing van bepaalde bezittingen en tot executeurs Mr. Eelco van der Haule, Jan Petreius, Georgen Smit alias Troeff en Jan van Zwijnder.
Als getuigen fungeer en Mr. Steven Vos, advocaat, Gommer de Knodder, Jan Luijttiez, zwaardveger, Gerrijt Eijckman van Voll, Jan Berents schilder en Laurens Laurenszoon van den Veen.
Afschrift i.d. 11 Maart 1607, naar het oorspr. in het archief van het St. Anthonygasthuis, geteekend door den stadssecretaris (Inv.no. 658).

Kenmerken

Datering:
1534-1919
Soort toegang:
inventaris
Inventaristitel:
Inventaris der archieven van het Old Burger Weeshuis te Leeuwarden, 1534(1530)-1919(1933)
Omvang:
8,4 m
Bloknummer:
206
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Historisch Centrum Leeuwarden. Toegang 1182 Old Burger Weeshuis (O.B.W.) en Gabbema Gasthuis I te Leeuwarden
VERKORT:
NL-LwnHCL 1182