Logo Historisch Centrum Leeuwarden

leeuwarden artikel link leeuwarden artikel link
 
Uw zoekacties: Nederlands Hervormde gemeente Irnsum, 1656-2002

3062 Nederlands Hervormde gemeente Irnsum, 1656-2002

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
3062 Nederlands Hervormde gemeente Irnsum, 1656-2002
1.
Inleiding
Sinds het einde van de zestiende eeuw waren Rauwerd en Irnsum verenigd in één kerkgemeente. De combinatie telde rond 1850 ruim 550 zielen en bezat in beide dorpen kerkgebouwen. Binnen de gemeente voerde Rauwerd, tevens hoofdplaats van de grietenij Rauwerderhem, de boventoon.

Met de groei van het aantal inwoners nam het belang van Irnsum binnen de kerkgemeente toe. Vanaf 1854 werden er regelmatig kerkenraadsvergaderingen in het dorp gehouden. Aan het begin van de jaren 1860 begon ook de wens tot verzelfstandiging zich te manifesteren. In 1861 namen kerkvoogden en floreenplichtigen het besluit om naast dominee Rinze Louis Kijlstra een vicaris in de persoon van Willem Frederik Karel Klinkenberg te Irnsum aan te stellen. Het was de opmaat naar een volledige ontvlechting van de combinatie Rauwerd en Irnsum.
Het opheffen van de combinatie kreeg, na een langdurige procedure over de vaststelling van het predikantstraktement en de verdeling van de pastoralia per 1 januari 1864 zijn beslag. Klinkenberg werd te Irnsum de eerste predikant en moderniseerde het kerkbestuur. Tot 1867 werden kerkenraadsleden veelal op voorspraak van zittende leden benoemd, maar vanaf dat jaar voorzag een plaatselijk reglement in de verkiezing van ouderlingen en diakenen door stemgerechtigde lidmaten.

De kerkenraadsvergaderingen werden in de tweede helft van de 19e eeuw gedomineerd door diakonale zaken. Met regelmaat moest worden besloten over de toekenning van bedeling aan armlastigen of het treffen van regelingen aangaande hun domicilies van onderstand. Een enkele maal vroegen ook andere zaken de aandacht van het kerkbestuur. In 1867 richtte Klinkenberg zich tot de gemeenteraad van Rauwerderhem met het verzoek om de zondagse kermis te verplaatsen: “De kerkenraad der Hervormde gemeente te Irnsum, overwegende dat de kermis steeds op zondag invalt en daardoor aanleiding geeft tot ergerlijke viering van den dag des Heeren door alle weldenkenden afgekeurd, neemt de vrijheid zich door deze te richten tot den raad der gem. Rauwerderhem met de vraag of daar geen middel op te vinden ware, om deze ergernis weg te nemen.”
Twee jaar later, in 1869, nam Klinkenberg afscheid. Hij werd opgevolgd door Herman Johannes Dingemans, voorheen predikant in De Knipe. Dingemans bleef tot 1899 en maakte een periode van bloei binnen de kerkgemeente mee.

Opvallend zijn de nieuwbouwprojecten die in de laatste decennia van de negentiende eeuw, tijdens het predikantschap van Dingemans, onder verantwoordelijkheid van de kerkvoogdij werden uitgevoerd. Het benodigde kapitaal was voor een deel afkomstig uit de verhuring van boerderijen in het buurtschap Abbingawier en uit de huuropbrengsten van een boerderij aan de Kerkebuurt.

In 1877 gaven de kerkvoogden opdracht tot de bouw van een nieuw kerkgebouw aan de zuidrand van de dorpskom. De totale bouwkosten bedroegen ƒ 31.330,-, wat voor die jaren een niet onaanzienlijk bedrag was. De oude Mauritiuskerk aan de Kerkebuurt was bouwvallig en werd na het gereedkomen van de nieuwe kerk in 1880 gesloopt. Op de fundamenten van de kerk werd later een baarhuisje gebouwd, dat tot op heden de begraafplaats siert. Met de sloop van de Mauritiuskerk werd enkele jaren gewacht, omdat er problemen ontstonden met een kerkklok die in de toren van de nieuwe kerk was aangebracht. Deze was de kerkvoogdij geleverd als een nieuwe klok, maar bleek een tweedehands exemplaar van matige kwaliteit. Totdat de problemen met de klokgieter waren opgelost bleef de oude kerk als klokkentoren dienst doen.

De nieuwe kerk was een modern gebouw, ontworpen door de Irnsumer architect Jacob Ruurds Nijdam. De kerk was functioneel, maar ging niet voorbij aan de historie van de gemeente. Enkele elementen uit het oude kerkgebouw, zoals een houten beeld van een leeuw met het grietenijwapen van Rauwerderhem uit 1672, werden naar de nieuwe kerk overgebracht. Ook het kerkorgel, dat in 1869 door orgelbouwer Van Dam uit Leeuwarden in de oude kerk was aangebracht, verhuisde mee.

Tegelijk met de bouw van de nieuwe kerk werden op het naastgelegen terrein aan de Rijksweg in opdracht van de kerkvoogdij ook een nieuwe school en onderwijzerswoning gerealiseerd. De bouw van het schoolmeestershuis was door Jacob Ruurds Nijdam aangenomen voor ƒ 6270,- en de school voor ƒ 10.068,- Beide gebouwen werden in maart 1878 opgeleverd.

Ruim tien jaar later startte de kerkvoogdij opnieuw een bouwproject aan de Rijksweg. Volgens de notulen van 23 december 1888 werd "door kerkvoogden besloten eene nieuwe pastorie te bouwen in den tuin, vroeger behoord hebbende bij het huis bewoond door de heer M. Oosterhaven, thans in eigendom behoorende aan de heer S. Hoekstra, welke tuin voor dit doel verkrijgbaar is." Schuin tegenover de school verrees een ruimte pastorie, die eveneens door Jacob Ruurds Nijdam werd ontworpen. De predikant Herman Dingemans, die goed bevriend was met Nijdam, oefende invloed uit op het ontwerp. Hij woonde nog zo’n tien jaar in de Irnsumer pastorie en droeg deze in 1899 over aan zijn opvolger Frans de Boer, voorheen predikant te Oldeholtwolde.
Met de pastorie kreeg De Boer ook het kerkelijk archief onder zijn beheer. Volgens de kerkenraadsnotulen “[werd] besloten het archief in de pastorie te laten en de ouderling v.d. Bosch te belasten met de tijdelijke verzorging ervan.” In 1875 was voor dit doel al een brandkast aangeschaft: “Ook is reeds meermalen het plan besproken een brandkast aan te schaffen ter zorgvuldige opbewaring van de effecten en andere waarde hebbende papieren. De toestand der kas veroorloofde thans aan dit plan uitvoering te geven en werden dien tengevolge de diakenen gemachtigd een doelmatig voorwerp aan te schaffen en deze te plaatsen in de pastorij.”

Frans de Boer was de laatste dominee die langdurig de gemeente Irnsum diende. Hij bleef tot zijn emeritaat per 1 december 1935. In de jaren van de Grote Depressie stond de kerkgemeente er financieel niet rooskleurig voor, wat zijn weerslag had op het aanstellen van een opvolger. Om de kansen op het vervullen van de vacature te vergroten werd in 1936 een combinatie met de Hervormde gemeente Deersum-Poppingawier aangegaan. Ook werd eind jaren ’30 voorzichtige samenwerking gezocht met de Doopsgezinde Gemeente, waarmee onder andere een gezamenlijke kerstviering werd georganiseerd.
Op 25 september 1938 werd dominee Henri Jean Ernst Caron te Deersum bevestigd als predikant voor de nieuwe combinatiegemeente. Hij vertrok in oktober 1941 en werd aan het einde van dat jaar opgevolgd door dominee Anthonie Verstraaten, die de gemeente in juli 1944 verliet.

Het voorlaatste oorlogsjaar markeerde het begin van een lange periode van waarnemingen van de predikantsplaats. Aanvankelijk trad dominee Boerlage van Rauwerd te Irnsum op als consulent. In de jaren 1946-1948 keerde Caron als waarnemer terug naar zijn oude gemeente. Hij bevorderde een wijziging van de combinatie Irnsum-Deersum-Poppingawier. Irnsum ging voortaan verder met Poppingawier, terwijl Deersum in 1946 een nieuwe combinatie aanging met Bozum.

Caron nam waar tot 1948 en werd opgevolgd door de dominees Mulder, Blonet en Meyer Drees. Een ‘eigen’ voorganger kreeg de gemeente slechts tijdelijk in de persoon van Cornelia Elink Schuurman, die tussen oktober 1951 en april 1952 als vicaris te Irnsum actief was.

Mede in verband met de zorgwekkende financiële toestand van de gemeente, laaide aan het begin van de jaren ’50 voor het eerst de discussie op of de kerkvoogdij tot verkoop van bezittingen moest overgaan om (tijdelijk) meer inkomsten te verwerven. In 1951 kwam het nog niet tot een besluit. De kerkvoogdij koos er in 1950 wel voor om haar autonomie te handhaven: “De kerkvoogden van Irnsum zijn in beginsel voor nauwere samenwerking tussen bestuur en beheer, maar uit vrees voor aantasting van de rechten van de kerkvoogdij verklaren zij zich tegen de ordinanties hierop betrekking hebbend.”
Pas in 1958 kwam de verkoop opnieuw op de agenda: “Bij de nu gestelde rondvraag brengt ouderling Riemersma de eventueele verkoop van boerderijen ter sprake. Hoe staat het daarmee, wat is de reden dat in dit opzicht het vroeger ingenomen standpunt eventueel wordt verlaten? Dr. Smeding antwoordt dat deze plannen verband houden met het rendement. De onkosten stijgen steeds en de inkomsten stijgen geenszins in dezelfde mate. En wanneer men saneeren wil, zal men deze vaste goederen moeten verkoopen en op andere wijze dienen te beleggen.” Begin jaren ’60 kwam het tot verkoop van boerderijen op Abbingawier. De kerkeplaats in Irnsum – die in maart 1942 door een bombardement was verwoest en in 1951 was herbouwd – werd eveneens verkocht en maakte plaats voor nieuwbouw.

De financiële tekorten, die het benoemen van een eigen predikant in de weg stonden, deden de gemeente in de jaren ’50 omzien naar nieuwe samenwerkingsverbanden. De combinatie met Poppingawier bleef bestaan, maar kreeg met de komst van dominee Wilhelm de Voogd van der Straaten als bijstand in het pastoraat minder betekenis. De Voogd van der Straaten (1953-1957) en zijn opvolger Kornelis de Groot (1957-1963) preekten wel in Irnsum, maar niet in Poppingawier. In 1963 werd de relatie in de kerkenraad besproken en werd besloten om de status quo te handhaven. Besprekingen over nieuwe combinaties met Rauwerd, Roordahuizum, Aegum-Friens-Idaard en Grouw waren in de voorgaande jaren vruchteloos gebleven.
Meer succesvol was het intensiveren van de betrekkingen met de Doopsgezinde Gemeente. De samenwerking, die al in de jaren ’30 was begonnen, kreeg vanaf het einde van de jaren ’50 een nieuwe impuls door enkele gezamenlijke diensten, filmavonden en bundeling van krachten in bijeenkomsten voor catechisatie en zondagsschool.

Ook binnen de Hervormde kring deed in de jaren ’60 de noodzaak tot schaalvergroting zich gevoelen. In 1968 ging Irnsum-Poppingawier alsnog combinatie aan met Rauwerd. Predikant Dammis Vroegindeweij bepleitte op een gemeenteavond in 1973 zelfs een volledige fusie, maar daarvoor waren de geesten toen nog niet rijp. Toen Vroegindeweij vanaf 1974 langdurig ziek was, werd door zijn waarnemer dominee Caron verder gekeken naar nieuwe samenwerkingsverbanden. In 1981 mondden de verkenningen uit in de vorming van een grote combinatiegemeente Deersum, Huins-Lions, Irnsum, Mantgum-Skillaerd en Rauwerd-Poppingawier. In datzelfde jaar werd Poppingawier, dat toen nog vijf lidmaten had, samengevoegd met Rauwerd en als zelfstandige gemeente opgeheven.

In de jaren ’80 en ’90 nam het kerkbezoek, overeenkomstig een landelijke trend, sterk af. In Irnsum werden veel gezamenlijke diensten gehouden met de Doopsgezinde Gemeente, die exact hetzelfde probleem had. Beide gemeenten ervoeren bovendien de drukkende last van hun onroerend goedbezit. De Doopsgezinde Gemeente hield op 3 september 2006 de laatste dienst in de Vermaning aan de Rijksweg en zette het gebouw daarna in de verkoop.
Hetzelfde lot wachtte de Nederlands Hervormde kerk, die in juni 2010 buiten gebruik werd gesteld. Het monumentale Van Dam-kerkorgel werd in 2013 uit het gebouw verwijderd en overgebracht naar de kerk van Zoeterwoude. Met ingang van augustus 2012 werden de Hervormden van Irnsum opgenomen in de PKN-gemeente Ingwert, die een fusie was van de Hervormde gemeente Irnsum met die van Rauwerd-Poppingawier. Bij de ontruiming van het kerkgebouw ten behoeve van de voorgenomen verkoop werd een grote hoeveelheid archiefmateriaal aangetroffen. Bij het Rijksarchief in Friesland, thans Tresoar, bleken zich eveneens delen van het archief te bevinden, die daar eerder door de kerkenraad en kerkvoogdij in bewaring waren gegeven.

Op initiatief van het college van kerkrentmeesters is het archief in 2013 overgedragen aan de gemeente Boarnsterhim. Begin 2017 is het archief - dat inmiddels als gevolg van een gemeentelijke herindeling bij het Historisch Centrum Leeuwarden was ondergebracht - aangevuld met een grote hoeveelheid archivalia van de kerkvoogdij. Deze bescheiden, teruggaand tot in de 17e eeuw, waren kort voor de eigendomsoverdracht van het kerkgebouw nog aangetroffen in een bergschuur.

Bij het Historisch Centrum Leeuwarden zijn de verschillende onderdelen ingevolge het archivistische herkomstbeginsel opnieuw tot één geheel samengevoegd. Enkele registers zijn bij het Rijksarchief, thans Tresoar, achtergebleven, omdat zij deel uitmaken van de zogenaamde retroacta van de Burgerlijke Stand.

Tijdens de bewerking van het archief door het Historisch Centrum Leeuwarden is de ordening geheel herzien en ingedeeld volgens een rubriekenschema dat voldoet aan de Richtlijnen voor kerkelijk archiefbeheer. Juist omdat de archivalia een uniek en gedetailleerd inzicht geven in het functioneren van de kerkelijke én dorpsgemeenschap, zijn uit het archief nauwelijks stukken vernietigd.
De archivalia zijn, tenzij anders is aangegeven, openbaar. Enkele inventarisnummers zijn vooralsnog van raadpleging uitgezonderd op grond van een zeer zwakke materiële conditie.

Kenmerken

Datering:
1656-2002
Auteur:
A. Tuinhout
Soort toegang:
inventaris
Omvang:
5 m1
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Historisch Centrum Leeuwarden. Toegang 3062 Nederlands Hervormde gemeente Irnsum, 1656-2002
VERKORT:
NL-LwnHCL 3062