Logo Historisch Centrum Leeuwarden

leeuwarden artikel link leeuwarden artikel link
 
Uw zoekacties: Old Burger Weeshuis (O.B.W.) en Gabbema Gasthuis I te Leeuwarden

1182 Old Burger Weeshuis (O.B.W.) en Gabbema Gasthuis I te Leeuwarden

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
3. Regestenlijst van oorkonden
12 Jacob Arentsz erkent voor 200 ggld. te hebben verkocht aan Vincent Buwez. en Eelck EL, burgers, allen te Leeuwarden twee koegras en gangen in en uit Vliesterfenne buiten de stad, achter ten N. van het Vliet en het Tichelwerk van Gerbrant Arentsz.
Oorspr. (Inv.no. 400), met opgedrukt stadssecreetzegel en geteekend door Herman Pheltez. (teekent: Feltesz), burgem. en Mr. Mathijs Rommarts, secretaris.
1182 Old Burger Weeshuis (O.B.W.) en Gabbema Gasthuis I te Leeuwarden
3. Regestenlijst van oorkonden
12
Jacob Arentsz erkent voor 200 ggld. te hebben verkocht aan Vincent Buwez. en Eelck EL, burgers, allen te Leeuwarden twee koegras en gangen in en uit Vliesterfenne buiten de stad, achter ten N. van het Vliet en het Tichelwerk van Gerbrant Arentsz.
Oorspr. (Inv.no. 400), met opgedrukt stadssecreetzegel en geteekend door Herman Pheltez. (teekent: Feltesz), burgem. en Mr. Mathijs Rommarts, secretaris.
Datering:
1552 April 22
16 Heer Joest Riouwertz, prebendarius in de St. Vituskerk te Oldehoeff binnen Leuwarden verklaart het volgende bij testament te hebben bepaald:
1. begrafenis voor zijn eigen altaar,
2. de nalatenschap voor de kinderen of kleinkinderen van zijn zustersdochter Eckel, subs. de arme weeskinderen in het weeshuis binnen Leuwarden, behoudens legaten voor de kerk (voor een blauwe steen met naam en sterfdatum), de Jacobijnen, de conventualen van St. Annaklooster, zijn nicht Gerrit Gosses in dat klooster, de patronen te Raerdt bij Dockum en te Blija, waar hij gewoond heeft, de zieken in het Lasarushuis bij Leeuwarden t.b.v. de reparatie van het huis, de priesters van Oldehove, die bij zijn begrafenis en uitvaart zijn, de portionisten daarvan geld voor vijf jaar missen, o.a. uit zijn huis in de Baginenstrate binnen Leuwarden en de weeskinderen een middelbaar bed met twee lakens en als zij zullen erven, moeten zij ieder jaar een eeuwige memorie op zijn sterfdag houden.
Tot executeurs stelt hij aan Mr. Frans, pastoor te Marrum en Dionysius Rommertsz. van Wyngie, nu binnen Leuwarden. Getuigen zijn de beide pastoors van St. Vitus, Heer Steven (teekent: Stephanus Sylvius) en Heer Ywe (teekent: Yvo Joannis), Mr. Frans voornoemd (teekent: Franciscus Lioninus Lichtaner), Mr. Jacobus Petri, prebendarius, Heer Ids, perpetuus vicarius St. Vitus (teekent: Idzardus Wintzonis), Mr. Renick van Bourmania en Dionysius Rommerts.
Oorspr. (Inv.no. 653), geteekend door de getuigen en met de opgedrukte zegels van de HH. Steven, Yvo en Jacobus en van Renick van Burmannia.
17 Eescke Gerck Tyessensdochter, weduwe van Epe van Martena verklaart ter zake haars doods als volgt te hebben gedisponeerd:
1. begrafenis bij haar man in de kerk der Predicaren binnen Leuwarden,
2. legaten voor die kerk en het klooster uit haar zate te Medum, bewoond door Quirijn en Syouck EL., voor haar biechtvader br. Johan, supprior der minder broeders binnen Leuwarden, het convent van Garnanwert, haar zuster Anna te Cuysmar o.a. de huur van haar zate "tot Hemmingha" te Holwert, het convent te Cuysmar, haar nichten Popck Jaringa, Ants en Anna Hotnia te Bethlem en Rints Jaersa te Syon, het Sint Annaklooster en het nieuwe nonnenklooster binnen Leeuwarden, de godshuizen van Olde- en Nieuwenhove, Dr. Upko van Bourmania, de HH. Stephen en Iuo, pastoors en Idts, vicaris te Oldehove, H. Joannes, pastoor te Cornium, den jongeren priester aldaar, de OLV-broeders te Ilst en de kruisbroeders te Sneeck, de huis zittende armen te Holwert (een rente uit haar door Worp bewoonde goed Dondes er of Doudeser) en den patroon aldaar, de armen te Dockum (uit haar stede aldaar in der Horne en twee steden bij Claircampersijl), die te Leuwarden en het weeshuis aldaar, gesticht door Auck Lyeuwes een rentebrief van 10 ggld. 's jaars, gekocht voor 200 ggl., met 5 jaar achterstallige renten en 450 ggl. contant, welk totaalbedrag van 700 ggl. op rente moet worden gezet en ten eeuwigen dage gehouden tot het onderhoud van drie daartoe op te nemen weeskinderen. Eventueele overschotten van huren enz. zijn voor de Leeuwarder huiszittende armen. Haar landzaten behouden hun leven lang hun pacht; haar nicht Auck, dochter van Hoyt Tyenssens krijgt haar zate te Ee met de twee steden, mits aan haar zusters Anna en Lyauck 100 ggl. elk uitkerende. Deze zate zal na den dood der pachters Reawart en Aeff vrij van pacht blijven.
Haar neef Ulbe Tyessens krijgt haar door Lyeuwe gebruikte goed te Hantumhuysen, Doecke van Martena de drie zilveren kroezen, haar gelegateerd door Edo van Martena.
Erfgenamen zijn haar zusterlingen Worp Tyessens, Bartelt Sterckenborch en Margareta, vrouw van Wybe Poppinga; eerstgenoemde en Mathijs Rommarts zullen als executeur optreden.
Getuigen: Hayo van Camminga, Mr.Syurdt Aesgema, Jacob Jelys, burgemr, Gerrit Wibes, Gerbrant Arents en Pieter Pietersz, burgers van Leuwarden.
a. Zestiendeëeuwsch afschrift (Inv.no. 654).
b. Extract in Inv.no. 134, f° 14.
c. Extract in Inv.no. 135, f° 14.
d. Extract in Inv.no. 648, blz. 22.
Tot erfgename benoemt hij zijn vrouw Juffr. Gaetz van Groudestijns met speciale toewijzing van bepaalde bezittingen en tot executeurs Mr. Eelco van der Haule, Jan Petreius, Georgen Smit alias Troeff en Jan van Zwijnder.
Als getuigen fungeer en Mr. Steven Vos, advocaat, Gommer de Knodder, Jan Luijttiez, zwaardveger, Gerrijt Eijckman van Voll, Jan Berents schilder en Laurens Laurenszoon van den Veen.
Afschrift i.d. 11 Maart 1607, naar het oorspr. in het archief van het St. Anthonygasthuis, geteekend door den stadssecretaris (Inv.no. 658).

Kenmerken

Datering:
1534-1919
Soort toegang:
inventaris
Inventaristitel:
Inventaris der archieven van het Old Burger Weeshuis te Leeuwarden, 1534(1530)-1919(1933)
Omvang:
8,4 m
Bloknummer:
206
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Historisch Centrum Leeuwarden. Toegang 1182 Old Burger Weeshuis (O.B.W.) en Gabbema Gasthuis I te Leeuwarden
VERKORT:
NL-LwnHCL 1182