Logo Historisch Centrum Leeuwarden

leeuwarden artikel link leeuwarden artikel link
 
Uw zoekacties: Commissies van werkverschaffing en buitengewoon onderhoud ge...

3036 Commissies van werkverschaffing en buitengewoon onderhoud gedurende de winter in Idaarderadeel, 1845-1872

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
I. Inleiding
3036 Commissies van werkverschaffing en buitengewoon onderhoud gedurende de winter in Idaarderadeel, 1845-1872
I.
Inleiding
In het midden van de negentiende eeuw was de industrialisatie, die later zo bepalend werd voor de ontwikkeling van Idaarderadeel, nog nauwelijks begonnen. De landbouwsector verschafte in deze jaren nog de voornaamste middelen van bestaan. Het boerenbedrijf was echter kwetsbaar voor veeziekten en slechte weersomstandigheden en bovendien sterk seizoensafhankelijk. In de winter was er in de agrarische sector minder behoefte aan arbeidskrachten, waardoor veel landarbeiders maandenlang werkloos thuis kwamen te zitten. Sommigen werden ondersteund door de kerkelijke of burgerlijke armvoogdijen, anderen werden niet bedeeld en dreigden in steeds verdere armoede te vervallen.

In perioden met een hoge werkloosheid drukten de lasten van de verzorging van de armen sterk op de gemeentelijke hoofdelijke omslag. Het gemeentebestuur had de mogelijkheid om een bijzondere omslag in te stellen om daarmee de benodigde gelden beschikbaar te krijgen; daarvoor was echter toestemming van Z.M. de Koning nodig. In Idaarderadeel werd ervoor gekozen om de gelden voor de verzorging van de armen op een andere manier te verwerven. In 1845 werden door Grietman en Assessoren plaatselijke commissies van verzorging benoemd voor de ondersteuning van behoeftige, niet bedeelde ingezetenen. De plaatselijke commissies stelden een bedrag vast en lieten vervolgens intekenlijsten rond gaan, waarop meer gegoede inwoners een vrijwillige bijdrage konden inschrijven. Het gemeentebestuur probeerde de beter gesitueerden in oktober 1845 tot zulke gulle giften te bewegen: “In de overtuiging dat niets ons bij het doen van dit voorstel aan de ingezetenen heeft geleid dan de zucht om het welzijn der gemeente te behartigen en in den nood der armen op de meest geschikte wijze te doen voorzien, verzoeken wij door deze de meer gegoede ingezetenen aan wie de bedoelde lijst zal worden aangeboden dringend hunne naamteekeningen daarop wel te willen stellen, ten einde daardoor de bereiking van het gemelde zeer gewenschte doel te bevorderen.”

De gecollecteerde gelden werden besteed aan de inkoop van levensmiddelen, die vervolgens weer aan de armlastigen werden uitgedeeld. De animo om bij te dragen was redelijk groot. De lijst van intekenaren in Warga telde in 1845 vijfentachtig personen. Wellicht werden zij gemotiveerd door de opmerking “dat vele schouders ook den zwaarsten last ligt maken”, die de Doopsgezinde predikant Johannes Pol spontaan in de kantlijn had geschreven. In de rekening en verantwoording van de commissie van Warga over de winter van 1845-1846 is te lezen dat onder andere geld werd besteed aan de inkoop van gedroogd spek, bonen en gort en aan het betalen van arbeidslonen voor dag- en nachtwachtdiensten. De bijdrage van de bevolking was vastgesteld op “drie honderd tagtig gulden een en veertig en een tweede cent, waarvan honderd gulden een en veertig en een tweede cent zullen moeten dienen tot voldoening der uitgaven in deze rekening vermeld en de resteerende twee honderd en tagtig gulden aan de Algemeene Armvoogden te Warga zal worden verstrekt ter gedeeltelijke dekking van het bij hun bestaande tekort over 1845.”

Van de armlastigen werd zelf ook iets verwacht. Tegen betaling werden ze ingezet bij het ruimen van sneeuw, het lopen van wachtdiensten, het maken van ijsbanen, het spinnen van wol, het braken van vlas en het breien van kousen. De commissies bleven jarenlang werkzaam, maar lijken aan het einde van de jaren 1850 hun werkzaamheden te hebben beëindigd. In die tijd verbeterde ook, tijdelijk, het economisch getij. In 1858 waren de levensmiddelen betrekkelijk goedkoop en konden verhoudingsgewijs veel mensen werk vinden. Werkverschaffing en de verstrekking van voedsel werden daardoor minder noodzakelijk. In de jaren 1860 verslechterde de situatie weer. Zeker is dat in 1865 in Grouw een commissie van werkverschaffing in het leven werd geroepen om een oplossing te bieden voor de ergste nood. Uit het aantekeningenboek van die commissie blijkt dat de uitbreiding van de gemeentelijke infrastructuur werd aangegrepen om werklozen aan het werk te krijgen. Arbeiders werden jarenlang tewerkgesteld bij het kloppen van MacAdam om de wegen mee te verharden. In 1866 werd vijftig kubieke meter van het materiaal verkregen door het verbrijzelen van keien. Ook in 1870 hebben “de werkzaamheden bestaan uit het verbrijzelen, lossen, vlotten en opruimen van keisteen, het over den weg brengen der MacAdam, het kappen en zagen van hout aan den weg en van het kerkhof, het maken van ijsbanen, het wegruimen van sneeuw uit het dorp, het amoveeren van het oude armhuis en in het sorteren van gemengde boonen. De werkzaamheden zijn begonnen den 12e december 1870 en geëindigd 21 april 1871.”

Het was een van de laatste jaren dat de werkverschaffing in deze vorm plaatsvond. De werkverschaffing werd in 1873 beëindigd. Het lukte de gemeente niet om nieuwe commissieleden te vinden en bovendien verbeterde de economische situatie zich in de laatste decennia van de negentiende eeuw. In 1880, enkele jaren na het afschaffen van de werkverschaffing, was “de toestand der behoeftige klasse […] vrij gelijk aan het vorige jaar en in vergelijking van de jaren voor 1870 vrij gunstig. De subsidiën aan de armbesturen verstrekt waren gemiddeld lager daar de gewijzigde armenwet nog steeds een gunstigen invloed uitoefent”, aldus het gemeenteverslag.

Kenmerken

Auteur:
A. Tuinhout
Soort toegang:
geen
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de commissies van werkverschaffing en buitengewoon onderhoud gedurende de winter in Idaarderadeel
Omvang:
0,12 m1
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Historisch Centrum Leeuwarden. Toegang 3036 Commissies van werkverschaffing en buitengewoon onderhoud gedurende de winter in Idaarderadeel, 1845-1872
VERKORT:
NL-LwnHCL 3036