Logo Historisch Centrum Leeuwarden

leeuwarden artikel link leeuwarden artikel link
 
Uw zoekacties: Old Burger Weeshuis (O.B.W.) en Gabbema Gasthuis I te Leeuwarden

1182 Old Burger Weeshuis (O.B.W.) en Gabbema Gasthuis I te Leeuwarden

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
1182   Old Burger Weeshuis (O.B.W.) en Gabbema Gasthuis I te Leeuwarden
Inventaris
1. Inleiding
2. Inventaris
3. Regestenlijst van oorkonden
1 Wytse Wytsesz erkent met consent van zijn moeder Serlts en met Handrick Pieterz en Abbe Lyobbez als baarsluiden aan Obbe Dircxs en Velmoet EL, allen burgers in Leuwarden voor 500 ggl. en een tabberdslaken van 6 ggld. te hebben verkocht het door oorkonder bewoonde huis op Kamminga, strekkende tot achter aan de sloot van Kamminga's hof en naast het huis van Eeke schuitmaker, behoudens echter het recht van zijn moeder om levenslang de nieuwe kamer bij het huis te blijven bewonen. In presentie van Wilcke Folkertsz medebezegeld door Jan goltsmit.
Afschrift (Inv.no. 652).
2 Wilko Folkerts, secretarius van Leuwarden verklaart dat Burgemeesters en raden den verkoop van het in regest nr. 1 vermelde huis en kamers door Wytse pelser aan Obba Dircksz hebben toegestaan tegen betaling door den kooper van 120 stv.
Afschrift (Inv.no. 652).
3 Auck Petersdochter, vrouw van Liewe Liewe sone verklaart bij testament o.a. de volgende bepalingen te hebben gemaakt: dat zij zal begraven worden in haar ouders graf in de kerk der Predicatoren, op de denkbaarst eenvoudige wijze, zonder offers, dat de predicatoren daarvoor 5 ggl. krijgen, maar niet de 6 ggl. 's jaars, die zij verlangen voor haar moeders weekmis, dat haar man, haar oom en diens kinderen legaten zullen krijgen, dat de twee door haar gekochte huizen met schuur en hof zullen dienen tot tehuis voor acht à tien arme weeskinderen, waarvoor nadere bepalingen worden gegeven, dat haar man, Eede Martna, Mr. Triepke Allert Doedes zoon en haar neef Jacob Adamszoon executeurs zullen zijn en dat, als het stadsbestuur bezwaren mocht maken en de huizen wil naasten, zooals bij de goederen van Arnt van Zwol, deze moeten vererven op haar familie, haar oom Mr. Sibrant, haar zusterlingen en Tiet Wolter Siegersdr. of haar kinderen als rechte zusterling.
a. Oorspr. (Inv. no. 649). De oorspr. opgedrukte zegels van Dr. Kempo van Martena, raadsheer en Dominicus Pybeson ontbreken. Geteekend door Ede Martena, Pieter Cempis, Gercke Jorretsz, Tziard Elckes en Douwe Eles.
b. Afschrift in Inv.no. 134, f° 1-3.
c. Afschrift in Inv.no. 135, f° 1-3.
d. Afschrift in Inv.no. 901, Bijlage A blz. 90-96.
e. Afschrift in Inv.no. 902, Bijlage A blz. 87-93.
f. Extract in Inv.no. 648, blz. 1-5.
4 Alydt Arents en Auck Lyuwes, burgeressen in Leuwarden verklaren hun huizen te hebben geruild, zoodat laatstgenoemde tegen afstand van haar huis op de Hoeck, met middelhuis en schuur tusschen Tyerck scroers en Anne Peterz. huizen, door haar en haar man bewoond, den eigendom verwerft van twee nieuwe huizen met schuur of achterhuizen, hof en geboomte in Leuwarden op de Woerdt tusschen het huis van Lyuwe Weners en de kleine kamer, met bijbetaling door Alydt van 550 ggl.
Oorspr. (Inv.no. 361), geteekend door partijen, Lyuwe Lyuwezn en Jacob Sybrenz en met kwijting voor de betaling.
5 Burgemeesters en raad van Leuwarden oorkonden, dat zij de ruiling, vermeld in regest no. 4 hebben goedgekeurd.
Oorspr. (Inv.no. 361), geteekend door den secretaris Wilhelmus Ffolkertszn en gehecht aan de acte sub 4.
6 Hessel Tyerckszoon, borger binnen Leeuwarden, verklaart, ziek zijnde, zijn laatste wil te bestaan uit de volgende punten:
1. begrafenis op het kerkhof van Oldehove,
2. legaten voor zijn vrouw Anna en zijn broeders Syuwerdt en Gaetse en zijn halfzuster Sydts,
3. erfgename is zijn vrouw Anna Claesdochter. Getuigen zijn Peter Peterz., schepen, Willem Ariaenz., Reeuwardt Obbez., Claes Janz., Andries Janz., schoenmaker en Matthijs Rommarts, secretaris van Leeuwarden.
Oorspr. (Inv.no. 655), geteekend door Pieter Pietersz. Golt, Clas Johansz, Wyllem Aryaenz., Rueert Obbez., en M. Rommarts mede ter bede van den testateur en van Andries Janz.
7 Harman Janz. en Goslick Gosslicxdochter EL erkennen voor 480 ggl. te hebben verkocht aan Hessel Tijercxz en Anna Claesdochter EL, allen burgers binnen Leeuwarden een op 27 October 1543 door verkoopers gekocht en door Goetijen Cremer bewoond huis ten Noorden van 't Water tusschen den Broll en de Botterwaechspijpen, tusschen de huizen van Alydt Arendts ten O. en Ffrans Buytters ten W.
Oorspr. (Inv.no. 656), met opgedrukt stadssecreetzegel en geteekend door Jacob Jelijs, burgemr. en Matthijs Rommerts, secret's en met onderstaande kwijtingen door den verkooper.
8 Kaerle, etc. oorkondt, dat zijn Raad van Vrieslandt heeft toegestemd in den verkoop, vermeld in regest no. 7.
Oorspr. charter (Inv.no. 656), met opgedrukt zegel in roode was van het Hof.
9 Trijn Alberts, moeder in het weeshuis binnen Leeuwarden, ziek zijnde, verklaart te testeeren en daarbij te legateeren aan O.L.V. te Oldehove haar besten tabberd en aan de weesjes of het weeshuis haar rentebrief ten laste van Mr. Stephen pastoor, door haar voor 43 Car.gld. gekocht, alsmede de huurschuld, groot 20 of 21 gld. van Haye Sirtsz, haar roerend goed en vordering op het weeshuis. De oudste en de jongste wees krijgen speciale legaten en haar versterferfgenamen het overige goed.
Getuigen zijn Tierk Janz. schepen, Sebastiaen Janz., Mr. Gijsbert Willems, Jan Femmes (hij teekent: Jan Janz. Ffemmis), Harman Dircxz, Peter Symonz en Matthijs Rommarts, secretaris van Leeuwarden.
Oorspr. (Inv.no. 650), geteekend door de getuigen.
10 Hendrick Hendrickszoon en Jantze Jansdr. EL, burgers binnen Liewerden erkennen voor 100 ggld. te hebben verkocht aan Juffr. Eesck, weduwe van Eppe Martena een rente van 5 ggld. 's jaars uit de helft van het nu door Renick Hendrickszn. bewoonde huis op de Nijestadt Noordzijde, tusschen Frans Haijs ten O. en Evert Lows ten W.
Oorspr. (Inv.no. 383), met opgedrukt zegel van Renick van Burmannia en geteekend door hem en partijen.
11 Obbe Dircxz. , burger binnen Leeuwarden verklaart het volgende zijn testament te zijn:
1. begrafenis in de kerk te Oldehove,
2. zijn eenige dochter Thiets Obbes, non te Bayum het vruchtgebruik der geheele nalatenschap tot uitkeer ing aan de armen en na haar dood zijn eenige zuster Aets Dircx te Bayum het vruchtgebruik van zijn huis ten N. van dat van Frans Minnema,
3. het convent aldaar krijgt o.a. een zate lands Ter Herna onder Gietskerck op zekere voorwaarden, onder meer, dat zijn zwakke dochter door het convent en den prelaat van Lidlum zal worden vrijgesteld van het koorgaan. Bij weigering alles naar zijn erfgenamen tegen uitkeering van 200 ggl. eens.
4. Zijn naaste verwanten, Heer Frans te Foswert, Ruerdt schroer en diens broeder en zuster, Neel Jans, Jan Jansz te Goutum, Haye en Herdis Buwzoonen, gebroeders, Jel te Bolzwaert, Ane Jans te Franicker, Douwe Claesz te Leckum en Aleff Lollez allen 10 ggld. eens.
5. Voor een jaargetijde in de kerk van Oude Hove 5 ggld.
6. Erfgenaam is het weeshuis binnen Leeuwarden, op voorwaarde, dat zijn dochter haar leven lang vier kinderen mag laten opnemen en nadien de weesmeesters zulks uit zijn of haar familie.
a. Afschrift i.d. 7 Sept. 1552 (Inv.no. 651), geteekend door den notaris Wouter Coquillanus.
b. Afschrift in Inv.no. 134 f° 23v-24.
c. Afschrift in Inv.no. 135 f° 23v-24.
d. Afschrift in Inv.no. 648 blz. 40-41.
12 Jacob Arentsz erkent voor 200 ggld. te hebben verkocht aan Vincent Buwez. en Eelck EL, burgers, allen te Leeuwarden twee koegras en gangen in en uit Vliesterfenne buiten de stad, achter ten N. van het Vliet en het Tichelwerk van Gerbrant Arentsz.
Oorspr. (Inv.no. 400), met opgedrukt stadssecreetzegel en geteekend door Herman Pheltez. (teekent: Feltesz), burgem. en Mr. Mathijs Rommarts, secretaris.
13 Het gerecht van Leeuwarden verklaart te consenteeren in het transport, vermeld in het vorige regest, in dorso van welke acte deze oorkonde is gesteld.
Oorspr. (Inv.no. 400), geteekend door den stadssecretaris Mr. M. Rommarts.
14 Obbe Dircxz., burger binnen Leeuwarden verklaart zijn testament i.d. 2 April 1550 (regest no. 11) aan te vullen met de bepaling, dat zijn dochter in afwijking van het daar gestelde, niet de vrije beschikking over zijn goederen krijgt, dat de voor zijn vigilie gelegateerde 5 ggld. 's jaars worden gevestigd op twee zaten in Geetzierke, resp. in gebruik bij Jan N en Lutke Wytse en dat zijn dochter slechts 1 à 2 jaar de opkomsten mag genieten uit zijn nu door Gerryt bakker en Pyter wipper bewoonde huis bij Cammingahuis, waarna die aan het weeshuis zullen komen.
a. Afschrift (Inv.no. 651).
b. Afschrift in Inv.no. 134, fo 24-25.
c. Afschrift in Inv.no. 135, fo 24v-25v.
d. Afschrift in Inv.no. 648, blz. 41-42.
15 Juffrouw Eesck, weduwe van Eepe Martena verklaart de rentebrief i.d. 16 Nov. 1549 (Regest no. 10), in dorso waarvan deze acte geschreven is, te hebben geschonken aan Dr. Seerp Hanye, Syttze Doytthiezn. en Tyarck Jansz. als toezienders van het weeshuis binnen Leeuwarden.
Oorspr. (Inv.no. 383), geteekend door oorkondster en den notaris J.N. Cleutingh.
16 Heer Joest Riouwertz, prebendarius in de St. Vituskerk te Oldehoeff binnen Leuwarden verklaart het volgende bij testament te hebben bepaald:
1. begrafenis voor zijn eigen altaar,
2. de nalatenschap voor de kinderen of kleinkinderen van zijn zustersdochter Eckel, subs. de arme weeskinderen in het weeshuis binnen Leuwarden, behoudens legaten voor de kerk (voor een blauwe steen met naam en sterfdatum), de Jacobijnen, de conventualen van St. Annaklooster, zijn nicht Gerrit Gosses in dat klooster, de patronen te Raerdt bij Dockum en te Blija, waar hij gewoond heeft, de zieken in het Lasarushuis bij Leeuwarden t.b.v. de reparatie van het huis, de priesters van Oldehove, die bij zijn begrafenis en uitvaart zijn, de portionisten daarvan geld voor vijf jaar missen, o.a. uit zijn huis in de Baginenstrate binnen Leuwarden en de weeskinderen een middelbaar bed met twee lakens en als zij zullen erven, moeten zij ieder jaar een eeuwige memorie op zijn sterfdag houden.
Tot executeurs stelt hij aan Mr. Frans, pastoor te Marrum en Dionysius Rommertsz. van Wyngie, nu binnen Leuwarden. Getuigen zijn de beide pastoors van St. Vitus, Heer Steven (teekent: Stephanus Sylvius) en Heer Ywe (teekent: Yvo Joannis), Mr. Frans voornoemd (teekent: Franciscus Lioninus Lichtaner), Mr. Jacobus Petri, prebendarius, Heer Ids, perpetuus vicarius St. Vitus (teekent: Idzardus Wintzonis), Mr. Renick van Bourmania en Dionysius Rommerts.
Oorspr. (Inv.no. 653), geteekend door de getuigen en met de opgedrukte zegels van de HH. Steven, Yvo en Jacobus en van Renick van Burmannia.
17 Eescke Gerck Tyessensdochter, weduwe van Epe van Martena verklaart ter zake haars doods als volgt te hebben gedisponeerd:
1. begrafenis bij haar man in de kerk der Predicaren binnen Leuwarden,
2. legaten voor die kerk en het klooster uit haar zate te Medum, bewoond door Quirijn en Syouck EL., voor haar biechtvader br. Johan, supprior der minder broeders binnen Leuwarden, het convent van Garnanwert, haar zuster Anna te Cuysmar o.a. de huur van haar zate "tot Hemmingha" te Holwert, het convent te Cuysmar, haar nichten Popck Jaringa, Ants en Anna Hotnia te Bethlem en Rints Jaersa te Syon, het Sint Annaklooster en het nieuwe nonnenklooster binnen Leeuwarden, de godshuizen van Olde- en Nieuwenhove, Dr. Upko van Bourmania, de HH. Stephen en Iuo, pastoors en Idts, vicaris te Oldehove, H. Joannes, pastoor te Cornium, den jongeren priester aldaar, de OLV-broeders te Ilst en de kruisbroeders te Sneeck, de huis zittende armen te Holwert (een rente uit haar door Worp bewoonde goed Dondes er of Doudeser) en den patroon aldaar, de armen te Dockum (uit haar stede aldaar in der Horne en twee steden bij Claircampersijl), die te Leuwarden en het weeshuis aldaar, gesticht door Auck Lyeuwes een rentebrief van 10 ggld. 's jaars, gekocht voor 200 ggl., met 5 jaar achterstallige renten en 450 ggl. contant, welk totaalbedrag van 700 ggl. op rente moet worden gezet en ten eeuwigen dage gehouden tot het onderhoud van drie daartoe op te nemen weeskinderen. Eventueele overschotten van huren enz. zijn voor de Leeuwarder huiszittende armen. Haar landzaten behouden hun leven lang hun pacht; haar nicht Auck, dochter van Hoyt Tyenssens krijgt haar zate te Ee met de twee steden, mits aan haar zusters Anna en Lyauck 100 ggl. elk uitkerende. Deze zate zal na den dood der pachters Reawart en Aeff vrij van pacht blijven.
Haar neef Ulbe Tyessens krijgt haar door Lyeuwe gebruikte goed te Hantumhuysen, Doecke van Martena de drie zilveren kroezen, haar gelegateerd door Edo van Martena.
Erfgenamen zijn haar zusterlingen Worp Tyessens, Bartelt Sterckenborch en Margareta, vrouw van Wybe Poppinga; eerstgenoemde en Mathijs Rommarts zullen als executeur optreden.
Getuigen: Hayo van Camminga, Mr.Syurdt Aesgema, Jacob Jelys, burgemr, Gerrit Wibes, Gerbrant Arents en Pieter Pietersz, burgers van Leuwarden.
a. Zestiendeëeuwsch afschrift (Inv.no. 654).
b. Extract in Inv.no. 134, f° 14.
c. Extract in Inv.no. 135, f° 14.
d. Extract in Inv.no. 648, blz. 22.
18 Renick Hendricx en Anna EL. erkennen te hebben verkocht voor 850 ggl. aan Hessel Tyercxz en Anna EL., allen burgers binnen Leeuwarden het door hen bewoonde huis Niestadt NZ, tusschen Aeff Pieter schroers weduwe en de erfgenamen van Douwe schoemaker.
Oorspr. (Inv.no. 656), met opgedrukt stadszegel en geteekend door verkooper (Rijnck Henrickz), Jacob Gielijs, burgem'r en Jan Ysbrandts, gezworen klerk.
19 Philips enz. oorkondt, dat zijn Raad van Vrieslandt den in regest nr. 18 bedoelden koop heeft goedgekeurd.
Oorspr. (Inv.no. 656), gehecht aan het vorige stuk en met beschadigd uithangend zegel van oorkonder in roode was.
20 Heer Joest Rioerdtz., prebendarius t'Oldehoeff binnen Leuwarden, verklaart -ziek zijnde- ter aanvulling van zijn in regest 16 genoemd testament nadere legaten (geld, kleedingsstukken en boeken) te bespreken voor HH. Steven en Yvo, pastoors, Ids, prebendarius, Henrick, vicarius, Jelte, sacriste, Mr. Jacob Petri, prebendarius, Albert, pastoor te Wanswert, Douwe, pastoor te Wirdum, UUtthie, pastoor te Jeslum, Andries, pastoor te Oestrum, Joannes, prebendarius te Blija, de kerk van Raeuwert (o.a. zijn baptistorium), de conventualen der witte nonnen binnen Leuwarden, de patroon S. Godehardus te Merrum (zijn ius canonicum, onlangs gekocht uit de nalatenschap van Mr. Frans, i.l. pastoor aldaar), Dionysius Wyngie, diens vrouw Ymck Remmerts, Tyerck Tyerckz, die nu bij hem woont en Saeck, zijn dienstmaagd, de calendebroeders van Ferwerderdeel en Jarich Romckez, den koster tot Oldehoeff.
Getuigen zijn Heer Douwe Eysma, Joannes Rommertsf, preb. in Blija, Herman(?)Nijenhoeff, Tyerck Tyerckz, H. Albert en D. Wyngie.
Oorspr. (Inv.no. 653), geteekend door getuigen en met notaris-merk van D. Wyngie.
21 Hessel Tyercxz, schroer, burger binnen Leuwarden, ziek, verklaart de navolgende testamentaire beschikkingen te hebben gemaakt:
1. zijn vrouw Anna Claesdochter het levenslange vruchtgebruik van alle bezit zonder inventarisatieplicht, behoudens uitkeering van legaten aan de kinderen van zijn volle broeders Syurdt (Aucke, Tyerck, Janthien en hun jongste zuster N.) en Gaythie (Fedderick, Jacob, Jan en Griet) 20 ggl. elk, met substitutie per staak, aan de voogden der weeskinderen van Foppe Wybes de aflossing van een door Commer Willem armen cramer gepasseerde rentebrief, aan Jacob Gaytsie voornoemd, Taede Syrcxz schroir, het weeshuis (zijn aandeel in den inboedel) en zijn vrouws familie na haar dood haar bruidschat van 100 Car.gld.
Getuigen zijn Claes Jansz, Steven Reynersz, Allert Gerritsz, Sampson Egbertsz, Jan Pietersz en Bote Gossez. Schroetsma, allen burgers en inwoners van Leuwarden.
Oorspr. (Inv.no. 655), geteekend door testator, getuigen en den notaris Wouter Coquillanus.
22 Eese Lyeuwe, weduwe van Pieter Lyeuwez, voor zich en voor Lyeuwe en Jan, weeskinderen van Jan wever, Andries Thomasz voor zijn kinderen bij wijlen Agniet Lyeuwedr., Aeff, Baucke, Stijn en Geert Lyeuwedochters, de drie eersten met hun mannen Nollis Thijsz, Cornelis Adriaensz en Ente Hancxz, erkennen voor 250 gld. 21 stv. te hebben verkocht aan Juffr. Saepck van Bourmania t.b.v. het weeshuis binnen Leeuwarden hun huis en schuur op de Waert aldaar tusschen het weeshuis ten N. en de ledige plaats van Jan van der Heul ten Z.
Oorspr. (Inv.no. 362), met sporen van het opgedrukte stads secreetzegel en geteekend door Jacob Sybrantsz, burgemeester en Mr. M. Rommarts, secretaris.
23 Burgemeesteren, schepenen en raden der stad Leeuwarden oorkonden, dat Dr. Seerp Hanye, burgemeester, Herman Pheltes, schepen, Barent Jansz, raadsman en Tyerck Jansz, burger als toezienders van het weeshuis hebben erkend garant te zijn voor het restant ad 100 gld. der koopsom van het in regest 22 bedoelde huis.
Oorspr. (Inv.no. 362), met opgedrukt stads secreetzegel en geteekend door den secretaris M. Rommarts.
24 Burgemeesteren, schepenen en raden der stad Leuwarden verzoeken den stadhouder van Z.M., president en raden, geordonneerd in Vrieslant om consent op den verkoop van het in regest 22 bedoelde huis.
Oorspr. (Inv.no. 362), met opgedrukt stadssecreetzegel en geteekend door den secretaris M. Rommarts.
25 Philips, etc. oorkondt, dat zijn raad van Vrieslandt den koop van het in regest 22 bedoelde huis heeft goedgekeurd.
Oorspr. (Inv.no. 362), het zegel verloren.
26 Philipus enz., oorkondt, dat op het verzoekschrift van de weesmeesters van Leeuwaerden om bevestiging der stichting door Aucke Lyeuwes en opvolgende schenkingen door Rytsche Boelema e.a. President en luiden van Zijn Rade in Vrieslandt na advies en consent van den Rentmeester Generaal van Vrieslandt e.a. hebben besloten om het reeds verworvene te admortiseeren en het weeshuis octrooi te verleenen tot het aanvaarden van verdere schenkingen en erfenissen tot 1000 ggld. in totaal, inclusief het reeds verworvene, mits jaarlijks de rekening wordt afgelegd voor commissarissen van het Hof en twee heeren uit de wet der stad. Ook moet het bezit onderworpen blijven aan de landscontributiën en andere belastingen.
a. Afschrift i.d. 1589 door notaris J. Harderwijck (Inv.no. 90).
b. Afschriften hiervan in Inv.no. 838, pp. 97-102 en 839, pp. 94-99.
27 Balthasar van Warkusch, maarschalk op het blokhuis binnen Leeuwarden verklaart de volgende beschikkingen te hebben gemaakt: begraven te worden te Galileen in de kerk, waar zijn zoon bij Juffr. Gaetze reeds ligt, legaten aan de kerken en kloosters ter plaatse en van zijn geboorteplaats Heynderstorp, en aan de instellingen te Leeuwarden, o.a. aan het weeshuis een huis of kamer in de Oosterstraete, mits Thet Freercx daar haar verdere leven mag blijven wonen, legaten voor zijn broeders Jochum en Hans, zijn zusters Anna van Zweyns, Margareta, Ursula en Sophia, zijn neven Hendrick en Jacob van Warkusch, Hans Valentijn van Popschutz en diens vrouw, den stadhouder Heer Johan van Lyre, graaf van Aremberge etc., en de gravin en beider oudste dochter, den president, Heer Caerl van der Nitzen, ridder en diens vrouw Elisabeth, de raden Heer Pieter van Dekema, ridder en Mr. Jacob Rousseau, den rentmeester Boldewijn van Loo, zijn schoonvader Ydsert van Groudestijns, Dr. Reynick van Bourmania, Doecke van Martena, Tyaert van Holdynga, Oene van Groudestijns en hun vrouwen, Jan van Assche, Jheronymus Bechel, Willem van Bueren alias Duijm, Nannynck zijn dienstmaagd en Pietrick de kookmaagd, Gerrijt van Blocqsijl, Jochum Kuper, Brecht Croeses, Mr. Jan Petreius, Mr. Steven Vos, Mr. Eelco van der Haule, George Smidt en Jan Backer, een nader legaat aan zijn broeder Hans wegens door diens zoon Christophel destijds geleend geld en de rechte huis armen binnen Leeuwarden of elders.
Tot erfgename benoemt hij zijn vrouw Juffr. Gaetz van Groudestijns met speciale toewijzing van bepaalde bezittingen en tot executeurs Mr. Eelco van der Haule, Jan Petreius, Georgen Smit alias Troeff en Jan van Zwijnder.
Als getuigen fungeer en Mr. Steven Vos, advocaat, Gommer de Knodder, Jan Luijttiez, zwaardveger, Gerrijt Eijckman van Voll, Jan Berents schilder en Laurens Laurenszoon van den Veen.
Afschrift i.d. 11 Maart 1607, naar het oorspr. in het archief van het St. Anthonygasthuis, geteekend door den stadssecretaris (Inv.no. 658).
28 Feddrick Gatzezoen, burger binnen Harlingen erkent voor 60 ggl. te hebben verkocht aan zijn oom Hessel Tyercxzzn, burger binnen Leuwerden 1/6 en 1/10 in een huis te Harlingen aan de Noordzijde van de Haeven op den grond van wijlen mr. Jan van Arum, tusschen Jelle Janss ten O. en Douwe Symonsz ten W.
Oorspr., geteekend door verkooper en Mr. Gerbrant Walckama, burgemeester en met het stads secreetzegel onder pitsier (Inv. no. 656).
29 Jacob Lyuwezoen, burger binnen Harlingen erkent voor zich en zijn kinderen bij wijlen zijn eerste vrouw Duedt aan Hessell Tyerckzoen te Leewarden 2/5 van de helft van het in regest nr. 28 genoemde huis te hebben verkocht.
Oorspr., geteekend en bezegeld door Pieter Adamzoen, notarius publicus en secretaris van Harlingen (Inv.no. 656).
30 Olderman, burgemeesteren, schepenen en raden van Harlingen oorkonden te hebben toegestemd in den koop door Hessel Tyercx van het in regest no. 29 bedoelde aandeel in een huis.
Oorspr., gehecht aan het stuk, bedoeld in regest nr. 29, geteekend door den stadssecretaris en met het secreetzegel der stad onder pitsier (Inv. nr. 656).
31 Olderman, burgemeesteren, schepenen en raden van Harlingen oorkonden te hebben toegestemd in den koop door Hessell Tyerckzoen van de in regest nr. 28 bedoelde aandeelen in een huis.
Oorspr., gehecht aan het stuk, bedoeld in regest nr. 28, geteekend door den stadssecretaris en met het secreetzegel der stad onder pitsier (Inv.nr. 656).
32 Doctor Seerp Hanya, burgemeester, Baernt Jansz, schepen en Tierck Jansz, burger van Leuwaerden als regenten en toezienders van het weeshuis aldaar erkennen uit kracht van de testamentaire bepaling van Obbe Dyrcxz (regest nr. 11) met toestemming van diens dochter Tziedts bij brandende kaars voor 740 ggld. te hebben verkocht aan Wopcke Alkez., korenkooper te Leuwaerden een huis met schuur en plaats bij St. Franciscuspype tusschen de straat en de muur van het Minnemahuis, ten W. van 't diep, het Minnemahuis ten ZW. en het door Feye Tyercxz bewoonde huis ten NO.
Geauthoriseerd afschrift (16e eeuw) van het door verkoopers, Thyest Obbysdr., Ruuert Obbez, Jacop Jelysz en H. Hottinga geteekende oorspronkelijk (Inv.nr. 652).
33 Doctor Seerp Hannia, burgemeester, Baernt Jansz, schepen en Tierck Jansz, burger van Leeuwarden verklaren op voet en wijze als in het vorige regest voor 544 ggld. te hebben verkocht aan Thomas Balthisz, pelser, burger van Leeuwaerden huis, schuur en plaats met steeg ten N. daarvan, op den hoek, ten O. van t diep, tusschen de huizen van Syuerdt van Langwier en Thonis Jacobszoon en van de straat tot de sloot van den Heer van Ameland.
Geauthoriseerd afschrift (16e eeuw) van het door dezelfde personen als het vorige stuk geteekende oorspronkelijk (Inv.nr. 652).
34 Gheorgien Hommes en Anna Douwedr. EL. te Wirdum erkennen voor 400 ggld. eens te hebben verkocht aan Hessel Tyarxz., burger binnen Leeuwarden en Anna Claesdr. EL. de zate "dat Luttickguet tot Tyaert" onder Wirdum, in gebruik bij Jacob Auckez. als meier en belend door Peter van Camminga, Heer van Aemlandt nomine uxoris ten W. en Tzietze Hothiez ten O.
a. Oorspr., geteekend door Jan Petreius, notaris en verkooper (Jeurgien Hommozoen) (Inv.nr. 625).
b. Afschrift, geteekend door M. Rommarts (16e eeuw) (Inv. nr. 656).
35 Philips, etc. oorkondt, dat zijn Raad van Vrieslandt heeft toegestemd in den koop door Hessel Tyercx en Anne EL. van het in regest nr. 34 genoemde goed.
a. Oorspr. charter, met geschonden zegel in roode was (Inv. nr. 625).
b. Afschrift, geteekend door M. Rommarts (16e eeuw), gevolgd door acte van kwijting i.d. 6 Maart 1570 door Hero van Burmania wegens een op het goed rustende rente van 14 gulden.
36 Renick van Camminga, Doctor Serp Hanije, burgemeester, Jelbe Jacobz. en Barent Janz., beiden schepen als voogden van het weeshuis binnen Leuwarden, verklaren aan Juffr. Saepck van Bourmania, o.a. wegens haar hulp bij het bouwen der nieuwe behuizing en eerder gedane schenkingen, het recht te hebben verleend om twee weeskinderen in het huis te mogen plaatsen. Na haar overlijden zal het recht van begeving dezer twee plaatsen worden gevestigd op Heer Jousmahuis te Ferwert, nu toebehoorende aan haar zoon Gemme van Bourmania.
a. Renversaal, geteekend door de voogden (Inv. nr. 131).
b. Afschriften in Inv.nrs. 134, ff.29-30, 135, ff.29-30 en 648, pp.52-54.
37 Suyrdt AEsgema, binnen Lyeuerden, erkent wegens borgschap t.b.v. Wyllem Hendrycksoen op Dronrijp, voor 200 ggld. aan de voogden van het weeshuis binnen Lyewerden een rente van 13 ggld. 's jaars te hebben verkocht uit AEsgemasate te Dronrijp, in gebruik bij Foeke Rouckesoen als landzaat.
Oorspr., geteekend en onder pitsier bezegeld door oorkonder met aanteekening i.d. 8 April 1566, dat het stuk op de griffie van het Hof is geregistreerd en met aangehechte consentbrief van het Hof i.d. 8 Maart 1581 (Inv.nr. 523).
38 Johan Bonga, grietman van Dongerdeel Westersijde der Paesens en Sijke van Aylwa EL binnen Holwert eener- en Sybrant Pieterz burger in Lieuerden, mede voor zijn vrouw Foeck Aebedochter anderzijds, verklaren het volgende te zijn overeengekomen: dat eerstgenoemde tegen betaling van 190 ggld. benevens 90 ggld. voor afstand eener vordering wegens graanleverantie zal overdragen een gars lands binnen Holwert op Mynnemawerf, van Ipsemawerf afgegraven, beklemd in 2 gras, tusschen Keympe Jellez. ten O. en de erfgenamen van Reyllyff Wybrenz. ten W., Mynnema huis stede, bij Gerloff Jacobz. en Claes Lollez. ingebruik en een kleine gars binnen Holwert, bij Bonga, in een stuk genaamd Het Fliet.
Geauthoriseerd afschrift i.d. 1581 van het oorspr., dat in dorso bij acte i.d. 7 Sept. 1569 kwijting bevat door Johannes Oetssoen als gemachtigde der erfgenamen van Hessel Tyerckzoen voor 100 ggld. min 32 stv. (Inv.nr. 656).
39 Sijbrant Pieterz., burger binnen Leeuwarden, erkent mede voor zijn vrouw Foeck Aebedr. de in regest nr. 38 bedoelde acte te hebben gecedeerd aan Hessel Tyerckz., ter betaling van een last rogge en 5 kwartier gerst, door Hessel aan Sybrant geleverd.
Geauthoriseerd afschrift i.d. 1581 van het oorspr., geteekend door oorkonder en Dionysius Wyngie, secretaris (Inv. nr. 656).
40 Claes Sybezoen en Anna Willemsdr. EL, erkennen voor 257 ggld. 14 stv. te hebben verkocht aan Hessel Tyerckzoen en Anna Claesdr., allen burgers binnen Leuwarden een huis c. a. op de Weerdt, laatst bewoond door Jacob Janssz slotmaker, de huizen van Mr. Vincent Herdysz, bakker ten N. en Pieter Jacobz gortmaker ten Z.
Oorspr., get. door Dionysius Wyngie en bezegeld door Jacob Sybrantz. burgemeester (Inv.nr. 656).
41 Herman Thonijsz en Eelck Petersdochter EL erkennen van Eebel Hylckez. en Geert Jans EL. , allen burgers binnen Leeuwarden 700 ggld. te hebben ontvangen voor het gebruik en onder verband van twee koegrazingen in de Vliestervenne achter Here Heresz'tichelwerk op de NZ van het diep buiten de stad, voor twee jaar t.r.v. Petri ad Cathedram (22 Febr.) j.l.
Oorspr., geteekend door de drie eerste comparanten (de derde teekent: Ible Hylkes) en den notaris J. Petreius (Inv.nr. 400).
42 Hessel Tyarcxz, burger binnen Leeuwarden, ziek, verklaart als volgt te testeeren: begraven te worden op het kerkhof van Oldehooff, tenzij de priesters dat mochten beletten, zijn vrouw Anna Claesdr. krijgt 100 ggld. en het vruchtgebruik van zijn helft van huis en - met recht van verkoop tegen inventaris - inboedel, waarna zijn naaste verwanten die zullen erven, het weeshuis krijgt zijn helft van een kleine zate lands, groot c.16 pm. te Wirdum, nu in gebruik bij Jacob N als meier, zijn nicht Commer Willems weduwe, zijn halfzuster Taets Tyarcxdr., de twee weesjes in zijn huis, Auck Jacobsdr. en Griethe Syurdtsdr. en zijn broederszoon Jacob Gaettziez. krijgen legaten. Erfgenamen zijn de kinderen van zijn overleden broeders Syurdt (Tyarck, Jantthien en hun jongste zuster N.) en Gaettzie (Frerick, Jacob en Jan), voor wie Fedderick Gaettziez. administrator zal zijn.
a. Oorspr., geteekend door testator en de getuigen Thonis Lyeuwez., Syttzie Govaertsz., Auck Douwez., Jan Pieterz., Aene Pybez., Pieter Jarichsz. en Nicolaes Cleuting, notaris (Inv.nr. 656).
b. Gelijktijdig afschrift door notaris N.Cleuting (Inv.nr. 625).
43 Philips, enz. oorkondt, dat zijn Raad van Vrieslant heeft geconsenteerd in den koop door Hessel Tyarcxzoen en Anna Claesdr., nu Hessels weduwe, van het in regest nr. 42 genoemde huis op de Weerdt.
Oorspr. charter, (gehecht aan het stuk van regestnr. 42) ( Inv.nr. 656).
44 Anna Claesz en Douwe Syrcxz., wonende binnen Harlingen als door het gerecht aldaar benoemde voogden over de weeskinderen van wijlen Syurdt Tyercxz. en Jacob Gaetiez. voor zich en geassisteerd met Douwe Sipckez. als voogd van zijn broeder Jan Gaetiez. en tezamen voor de kinderen van Feddrick Gaetiez. als erfgenamen van Hessel Tyercxz., verklaren de weesmeesters Dr. Seerp Hanya, burgemeester en Beernt Janz., schepen - onder overgifte van de helft ad 37,5 ggld. van de nog onbetaalde koopsom van de in regest nr. 34 bedoelde zate - te machtigen om de actie van spiering af te doen en het land te vrijen.
Oorspr., geteekend door Douwe Sypkesz, Anna Claesz., Jacop Gaitz., Douwe Dyrksz. en den stadssecretaris Mr. Pieter Adamsz. (Inv. nr. 625).
45 Anna Claesz en Douwe Dircxz, voogden van Tyerck Syuwertsz, Jantyen en Emke Syuwertsdrs., Jacob Goutziez., voor zich en met Douwe Sipkez. als voogden over Jan Goutziez., Jacob vnd. tevens namens Dirck Petersz., als toezienders op de beschrijving en scheiding van den boedel van wijlen Hessel Tyercx voor de kinderen van Fedderick Goutziezoon ter eenre en Anna Claesdr., Hessels weduwe ter andere zijde verklaren te zijn overeengekomen, dat de erfgenamen het geweer, de boeken, de helft van de 80 ellen linnen en 134 Car.gls en de weduwe den Bijbel, de rest van het linnen en den verderen inboedel zullen ontvangen.
Oorspr., geteekend door partijen en den stadssecretaris M. Rommarts (Inv.nr. 656).
46 Johan Bonga verklaart, mede voor zijn vrouw Sytke van Aylwa, zijn goedkeuring te hebben gehecht aan de cessie, vermeld in regest nr. 39 en destijds mondeling met Hessel Tyarcxz. te zijn overeen gekomen, dat de betalingstermijn twee jaar zou worden verlengd tegen 20 ggld. rente 's jaars. Hij bevestigt deze afspraak op verzoek van de erfgenamen ten overstaan van notaris Nicolaes Cleuting.
Geauthoriseerd afschrift i.d. 1581, geteekend door T. Heeres (Inv.nr. 656).
47 Frouck Kerstiaensdochter, vrouw van Jan Minnezeen testeert en verklaart alles na te laten aan het weeshuis binnen Leeuwarden, daar zij wegens vooroverlijden harer broeders en zusters alleen het staande huwelijk door haar moeder Mary verworven goed had geërfd, mits o.a. het weeshuis de schulden betaalt, die haar moeder had gemaakt bij Lyn Hans Lensis, Reynick Clases, Mary Dyrcx in de Suypsteech, schipper Foecke, Anne Eelckes en Poppe korenkooper. Als getuigen treden op Eewert Janszoon, gezworen bode van het Hof, Hendrick Janszoen, kleermaker ("scroyer"), Anthonius Joost zoon, allen burgers binnen Leeuwarden, Albert Valcx, Tyets Ypke schuitmakers-vrouw, Taedt Syourdsdochter, Alydt Jyldts en Geert Sevendochter.
Oorspr. , geteekend door Evert Jansz, Hynaderyck Janssoen en Anthonius Joostzoon (Inv.nr. 657).
1182 Old Burger Weeshuis (O.B.W.) en Gabbema Gasthuis I te Leeuwarden
3. Regestenlijst van oorkonden
47
Frouck Kerstiaensdochter, vrouw van Jan Minnezeen testeert en verklaart alles na te laten aan het weeshuis binnen Leeuwarden, daar zij wegens vooroverlijden harer broeders en zusters alleen het staande huwelijk door haar moeder Mary verworven goed had geërfd, mits o.a. het weeshuis de schulden betaalt, die haar moeder had gemaakt bij Lyn Hans Lensis, Reynick Clases, Mary Dyrcx in de Suypsteech, schipper Foecke, Anne Eelckes en Poppe korenkooper. Als getuigen treden op Eewert Janszoon, gezworen bode van het Hof, Hendrick Janszoen, kleermaker ("scroyer"), Anthonius Joost zoon, allen burgers binnen Leeuwarden, Albert Valcx, Tyets Ypke schuitmakers-vrouw, Taedt Syourdsdochter, Alydt Jyldts en Geert Sevendochter.
Oorspr. , geteekend door Evert Jansz, Hynaderyck Janssoen en Anthonius Joostzoon (Inv.nr. 657).
Datering:
1568 Mei 23
NB:
In dorso kwijting door laatstgenoemde voor de legaten.
laatste wijziging 08-09-2005
48 Hero van Bourmania kwijt Anna, weduwe van Hessel Tyarcxz voor de helft van het kapitaal ad 75 gld., met de rente, gevestigd op het Luttick goed tot Tyaert te Wirdum, zijnde het restant van een 30 Jan. 1563 voor 200 ggld. gekochte rente van 14 ggld, ter wille waarvan hij den in regest nr. 34 vermelden koop had gespied.
a. Oorspr., geteekend door oorkonder en notaris L. de Veno (Inv.nr. 656).
b. Afschrift, geteekend door notaris de Veno, met in dorso kwijtingsacten i.d. 7 Maart 1569 en 1570 (Inv.nr. 656).
49 Juffrouw Saepck van Bourmania draagt drie kamers aan de Oostzijde van de bovenste Pijlsteghe, achter het huis van wijlen Cornelys Frerickz bakker, die zij in haar testament al bestemd had om gratis bewoond te worden, over aan dr. Seerp Hanye t.b.v. de voogden van het weeshuis binnen Leuwarden, om die kamers voortdurend door arme oude weduwen of dergelijke miserabele personen te laten bewonen.
Oorspr., geteekend door Zeerp Hanije, Andreas Myrica en Dionisius Wyngie, getuigen (Inv.nr. 387).
50 Allert van Syrcxma, grietman over Leeuwarderadeel, erkent onder verband zijner goederen 200 ggld. tegen 7% schuldig te zijn aan Renick van Camminga, Dr. Seerp Hanye, Berent Jansz, burgemeester van Leeuwarden en Peter Arentsz. als voogden van het weeshuis aldaar.
Oorspr., geteekend door oorkonder en Jan Petreius, notaris binnen Leeuwarden (Inv. nr. 524).
51 Eelck Pietersdochter, weduwe van Vincent Buwez., burgerse binnen Leeuwarden voor zich en hare kinderen Pieter en Sas, erkent voor 150 ggld. aan Barent Janz., burgemeester, Dr. Seerp Hanie, Renick van Camminga en Pieter Arentz. als weesmeesters of voogden van het weeshuis aldaar te hebben verkocht twee koegras en -gang in en uit Vlietsterfenne buiten de stad, achter ten N. van het Vliet en het tichelwerk van wijlen Heere Heerez. ten Z.
Oorspr., geteekend door partijen en Jacob Sybrantz. burgem'r en Tyaerdt Heerez., klerk van de secretarie en met het stadssecreetzegel onder pitsier (Inv. nr. 400).
52 Eeble Hylckez., voor zich en voor zijn vrouw Geert Jansdr. kwijt voor de 100 ggld. vermeld in het stuk i.d. 30 April 1567 (regestnr. 41), in dorso waarvan deze acte geschreven is, in presentie van Eelck Pietersdr., huisvrouw van Harmen Thonysz.
Oorspr., geteekend door oorkonder en getuige (Inv.nr. 400).
53 Margriete, geboren gravin van der Marck en Arenberge, enz. weduwe tot Barbanzon, Zevenberghe etc. , als moeder etc. harer kinderen verklaart de op 19 Juli 1564 door haar man voor 3250 Car. gld. aan wijlen Mr. Eelcke van der Haule als executeur testamentair van wijlen Jr Balthazar van Warkutz verkochte jaarrente van 195 Car.gld., waarvan de rente na u° Sept. d.a.v. niet voldaan was, na aanzuivering daarvan door ordonnantie op haar drost Van der Schellinck, te hebben verkocht (d.w.z. te bevestigen) aan Mr. Eelckes opvolger Mr. Jan Petreius, met belofte van geregelde rentebetaling.
Afschrift, niet aangehechte verklaring i.d. 31 Dec. 1571 van Jacop Reinersz., voogd van Sint Anthoonis Gasthuis binnen Leuwaerden, dat de origineelen van o.a. dit stuk zich in het gasthuisarchief bevinden (Inv.nr. 658).
54 T. Heerez. oorkondt in naam van den koning van Spaengnen etc. in den koop, vermeld in regest nr. 51, te hebben geconsenteerd, nadat deze zonder verhindering op drie zondagen over den dom en de St. Vituskerk van Oldehove binnen Leeuwarden en op drie rechtdagen van het gerecht dezer stad was opgeroepen.
Oorspr., geteekend door oorkonder, in dorso van de koopcedulle (Inv.nr. 400).
55 Renick van Camminga, Dr. Seerp Hanie, Barent Janz. en Pieter Arentsz., voogden van het weeshuis binnen Leeuwarden verklaren met consent van Cunerus Petri, bisschop en de pastoors van de kerk van Oldehoeff aldaar tegen het gebruik voor vijf jaar van vier koegangen in Hinthiemafenne buiten de stad 2000 ggl. te hebben verstrekt voor herstel van het onlangs ingestorte dak dier kerk.
Oorspr., geteekend door partijen (de pastoors Yvo Joannis en Dominicus Bendixius). (Inv.nr. 401).
56 Johan Petreius en Jan van Swijnderen als executeurs test. van Jr Balthasar van Warkutz erkennen onder medebezegeling door Mathijs Boom, maarschalk op het Blokhuis, uit kracht der clausule in het testament, dat zij het overschot onder de armen mochten verdeelen, aan het Soete Name Jhesus Gilde, het Gasthuis en het Weeshuis, alle binnen Leeuwarden de rentebrief van 195 ggld., i.d. 20 Juli 1570 (regest nr. 53), aan welke deze acte gehecht is, te hebben gegeven.
Afschrift z.j. (Inv.nr. 658).
57 Seerp Hanije, doctor, Barent Janz. en Frans Canter, vaders en toezienders van het weeshuis binnen Leeuwarden erkennen van Anna Claesdochter, weduwe van Hessel Tierx 100 ggld. ten geschenke te hebben ontvangen en beloven haar daarvoor zoolang zij leeft 79 gld. 's jaars te zullen uitkeeren.
Oorspr., geteekend door oorkonders en M. Rommarts (Inv.nr. 656).
58 Het Hof van Vrieslandt decreteert in naam van Z.Kon.M., dat de eigendom van een zate onder Beers, toebehoord hebbende aan Mr. Joucke Grouwinga, nu uit Vrieslandt vertrokken en op verzoek van Gerrit Abbez., een der kapiteins aan den nieuwen zeedijk der vijf deelen om een breuk van 31 Car.gld. wegens verzuim van arbeid aan dien dijk door den deurwaarder Taecke Tziepckez. Fries t.b.v. den landsontvanger Ryurdt van Roorda ingezet zijnde en na proces door Heer Frans Uublesz, prebendarius te Goutum en Lyeuwe Foppez. te Weydum wegens vorderingen hunnerzijds en nieuwe stuiting door Heer Douwe Eelckez., pastoor en Hessel Ryurdtsz. Caeman als kerkmeesters van Beers wegens gepraetendeerden eigendom van 5 pm. kerkland en van Jochim en Auck Uunia en Hessel Ryurdtz. voornoemd nomine uxoris Lolck Uunia mede voor Frouck, Teth en Jou Uunia als erfgenamen van Tziaerck Uunia bij Uulck Bouwedr. om een kapitaal van 100 ggld krachtens acte i.d. 17 Mei 1563 en sententie van het Hof en door Gielis Lens om een vordering wegens gehaalde waren, na definitieve veiling overgaat op Jacob Jansz, als met 30 Car.gld. 10 stv. per pm. hoogst biedende.
Oorspr., geteekend vanwege het Hof (Inv.nr. 484).
59 Ffrans Canter, Pieter Arentsz en Pieter Teeuwez., burgers binnen Leeuwarden, verklaren op verzoek van Juffr. Syouck van Stanya, vrouw van Mr. Jacop Roussel, raad in het Hof van Vrieslandt in het weeshuis te hebben opgenomen de twee weeskinderen van schipper Jetthye Jansz en Rints Gerckedr., genaamd Gerke, acht en Ryddouw, vijf & zes jaar oud, mede op verzoek van met name genoemde verwanten dier kinderen, waartegen Juffr. Syouck aan het weeshuis overdraagt een kamer bij het bolwerk "opte nije werelt", belast met 7 stv. grondpacht 's jaars aan de erven van Ffrans Melda, tusschen den prelaat van Clarcamp ten O. en Tyebbe Pietersz. ten W., benevens de door de ouders dier kinderen nagelaten goederen, als jaarlijksche bijdrage een stel kleederen en de opleidingskosten voor een ambacht en de belofte hen weder tot zich te nemen als zij 16 jaar oud zullen zijn.
Oorspr., geteekend door partijen en Anthonius Joostzoon (Inv. nr. 132).
60 Anna Claesdochter, weduwe van Hessel Tyercx verklaart aan Dr. Seerp Hanije, Frans Canter, Pieter Arents en Pieter Theusz. als patronen van het weeshuis aldaar de helft te hebben gegeven van de zate te Wirdum, dat Luttick goedt toe Tyaerdt, waarvan haar man de andere helft reeds had gelegateerd, voorts een hypothecaire vordering van 250 ggld. op het goed van Warner Willems en één van 250 ggld. op dat van Anna Michiels en Hotte Sickes, rentende 35 ggld. 's jaars, de 100 ggld. tevoren door haar tegen 7% gedurende haar leven aan voogden gegeven en 200 ggld. eens, door haar Mei a.s. te innen van Mr. Melchior Charles en 700 ggld. uit den opbrengst van haar huis op de Nyestadt, alles tegen levenslang genot van de huur der halve zate en de renten van 600 ggld., waartegen het weeshuis haar overige goederen zal erven.
a. Oorspr., geteekend door de voogden, de getuigen Mr. Mathijs Rommerts, advt, Ryurdt Obbesz, Arent Hardenbergh, Aucke Douwesz. en Pieter Janz kistemaeker, allen burgers binnen Leeuwarden alsmede den notaris Lodewijck Fox van Bexsterzwaegh (In inv. nr. 656).
b. Afschrift (Inv. nr. 625).
61 Philips etc. oorkondt, dat zijn Raad van Vrieslant Jan Martenz. en Foeck Hidzersdr. EL. te Hardegarijp door overdracht van Mr. Syurdt Aesgema voor 250 ggld. den eigendom verkregen hebbende van een zate lands aldaar, Douma genaamd, belast met 9 ggld. 's jaars aan Oedts Aerndtsz. te Bergum, belend door Pieter Coerdtsz. ten O., Sijdts Eminga c.s. ten W. en Heerdt Sipkemas erfgen. ten Z., met uitzondering van een langen akker, genaamd het breedt stuck aan den Heerenweg het gekochte toewijst. Het was door verkoopers verkregen door naasting van supplianten, die het zelve 12 Maart 1575 hadden gekocht van Juffr. Jel Frielsma c.tut.mar. Dr. Rienck Andringa binnen Leeuwarden. Naasting was verzocht door Mr. Syurdt Aesgema ratione sanguinitatis, door Syts van Eminga en Oedts Arentsz q.q. Mr. Pieter Courts ratione vicinitatis, Oedts Aerndtsz om de rente en Hr. Wilhelmus, pastoor in Hardegarijp ratione beneficii om een uitgang van een huismanne broods met boter op elken Vrijdag of 1 ggld. 's jaars.
Afschrift z.j. (c. 1670) in Inv. nr. 684.
62 Dorothea Harmensdr., priorin en Johanna Canters, procuratrix van het convent der twaalf apostelen binnen Leeuwarden erkennen voor dat convent van Matthijs Rommarts als gemachtigde van Anna Claesdr., weduwe van Hessel Tyercxz. 200 ggld. te hebben ontvangen tegen 7% en onder verband van 44 pm. lands, Taengehuystrasaete, te Bilgaert.
Oorspr., geteekend door en met opgedrukte zegels van partijen (In inv.nr. 656).
63 Anna Claesdr., weduwe van Hessel Tierx, bevestigt de overeenkomst i.d. 19 Febr. l.l. (regest nr. 60), verklaart bij haar man te Oldenhove begraven te willen worden en stelt het weeshuis tot haar erfgenaam, mits onderhoudende vier weezen, aan te wijzen door haar executeur, doch bij voorkeur die van Timen roermaker. Legaten wijst zij toe aan haar broederszoon Claes Jeremiaszn te Osenbrugge en zijn zuster Anna, aan Tijs weversdr. in het weeshuis, eenige met name genoemde weeskinderen, Anna, de vrouw van Arent van Hardenborch, dien zij tezamen met Mathijs Rommarts, advocaat tot executeur benoemt.
a. Oorspr., geteekend door de getuigen Arent Hardenborch (teekent Arent van Herdenberch), Andryes Jansz, Jan Peterz., Aucke Douwenz., Peeter Jansz., Mathijs Rommarts en Gerlacus de Frys (in Inv.nr. 655).
b. Afschrift XVIe eeuw in Inv.nr. 656.
c. Afschrift XVIIe eeuw in Inv.nr. 656.
d. Afschrift in Inv.nr. 134 f° 15.
e. Afschrift in Inv.nr. 135 f° 15.
f. Afschrift in Inv.nr. 648 pp. 23-25.
64 Seerp Hanija, Frans Canter, Pieter Theussz en Pieter Arents als weesmeesters van het weeshuis binnen Leuwarden erkennen uit kracht van het testament van Obbe Dirrixssz. voor 860 ggld. te hebben verkocht aan Allert Feckes en Anne Wybrandtsdr. EL. , allen burgers aldaar een huis met schuur en de naaste vervallen kamer daarachter, met het gebruik der steeg, ten Z. van het Vliet, op de Houck, belend ten Z. door de erfgenamen van Heer Pieter van Camminga en ten N door die van Evert Louws.
Oorspr., geteekend door partijen en Albert Ruijs, gezworen klerk en met het opgedrukte zegel der stad Leeuwarden (in Inv. nr. 652).
65 Juffrouw Tietke van Feitsma, weduwe van Foppe van Campstra erkent voor 687,5 ggld. te hebben verkocht aan Dr. Seerp Hanya, Frans Canter en Pieter Theusz., beiden burgemeester en Pieter Aerntsz als weesmeesters over het weeshuis binnen Leeuwarden bij het vleeschhuis, 7,5 pm. lands bij de Zwette, nu in gebruik bij de weduwe van Pieter Tyetszoon, Pieter Gerbrantsz en Sybe Claeszdr., in een stuk groot c. 18 pm, benevens 7,5 pm. nieuwland te Rauwert, vrij van de huizinge, waarin Syuck Feyckedr. Siersma een zesde deel bezit.
a. Oorspr. charter, voor verkoopster geteekend door Taco Damezoon, apotheker, en Steven Willemsz, geteekend en bezegeld door Lodewijck Fox van Bexsterzwaegh, notaris (Inv. nr. 597).
b. Afschrift i.d. 1581, geteekend door T. Heeres, ter ordonnantie van den Hove (in Inv. nr. 597).
4. Bijlagen
laatste wijziging 27-11-2021
983 beschreven archiefstukken
19 gedigitaliseerd
totaal 3.022 bestanden

Kenmerken

Datering:
1534-1919
Soort toegang:
inventaris
Inventaristitel:
Inventaris der archieven van het Old Burger Weeshuis te Leeuwarden, 1534(1530)-1919(1933)
Omvang:
8,4 m
Bloknummer:
206
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Historisch Centrum Leeuwarden. Toegang 1182 Old Burger Weeshuis (O.B.W.) en Gabbema Gasthuis I te Leeuwarden
VERKORT:
NL-LwnHCL 1182
Categorie:
laatste wijziging 27-11-2021
983 beschreven archiefstukken
19 gedigitaliseerd
totaal 3.022 bestanden