De Gemeentelijke organisatie onderging in de beschreven periode diverse aanpassingen.
Verschillende diensten veranderden van naam, werden samengevoegd of juist gesplitst.
Met name in 1954 is er het één en ander op dit gebied gebeurd. * 
De verordening bepaalde onder meer dat de dagelijkse leiding van elk bedrijf zou berusten bij een directeur die voor het financiële beheer zou worden geassisteerd door een administrateur.
De verordening vastgesteld op 24 november 1931 (gemeenteblad nr. 3-1932) kwam hiermee te vervallen, deze en de verordeningen met betrekking tot de verschillende diensten waren verouderd.

Het beheer van de diensten werd ("in volle omvang") in handen gesteld van burgemeester en wethouders, zo nodig bijgestaan door een aantal commissies van bijstand e.d. waarover verderop meer. Dat de dagelijkse leiding werd toevertrouwd aan een directeur, maakte wel enige discussie los, omdat men moeilijk kon aangeven waar het "beheer" ophield en het "geven van leiding" begon. De directeuren vonden dat zij ook beleid maakten dat door b. en w. en de gemeenteraad werd vastgesteld. B. en w. daarentegen wilden de volle verantwoordelijkheid kunnen nemen.
Ten aanzien van het financieel beheer en het grondbedrijf *  werden, binnen de verordening in aparte hoofdstukken, specifieke regelingen getroffen. De tot dan bestaande dienst Gemeentewerken *  hield formeel op te bestaan en werd omgedoopt tot Openbare Werken, hiernaast werd de Geneeskundige en gezondheidsdienst in het leven geroepen.

Op 21 november 1962 besloot de gemeenteraad *  tot een organisatiewijziging, waarbij het belangrijkste element het in het leven roepen van een Sociale Dienst vormde. Hiernaast heette de gemeentereiniging vanaf dat moment: de Reinigings-en Ontsmettingsdienst.
Ondanks dat met ingang van 1 oktober van dat jaar de afdeling bouwtoezicht de formele status van dienst had verkregen, werd deze dienst in de nieuwe verordening niet aangeduid als tak van dienst.
De oorzaak hiervan is gelegen in het gegeven dat geen zelfstandige administratie werd gevoerd.

In de volgende jaren zijn op de beheersverordening 1954 nog een aantal wijzigingen voor enkele diensten geweest, waaronder het onttrekken van de veemarkt aan de markt-en havendienst en toevoeging aan het openbaar slachthuis in 1963, maar totale organisatiewijzigingen deden zich tot 1971 niet meer voor. In 1971 vond een wijziging plaats *  van (met name) artikel 26 van de beheersverordening, handelende over het grondbedrijf van de gemeente, dit ter bevordering van beheersing van de grondkosten voor bouwterreinen. In dezelfde vergadering werd formeel besloten tot samenvoeging van de Markt-en Havendienst met het Bedrijf Slachthuis en Veemarkt tot Markt-Haven-en Slachthuisbedrijf. Ook vond *  nog een reorganisatie plaats in de gezondheidszorg. De eerdergenoemde Geneeskundige en gezondheidsdienst werd opgeheven, daarvoor in de plaats kwamen twee nieuwe diensten. Er werd gekozen voor een splitsing in de Dienst voor de gezondheidszorg, waaronder werden begrepen, het ziekenhuis, het verpleeghuis en de gemeentelijke verzorgingstehuizen voor bejaarden en de Gemeentelijke Gezondheidsdienst, waaronder ressorteerden de specifieke G.G.D.-werkzaamheden, de Schoolartsendienst en de Bedrijfsgeneeskundige Dienst.