Hermanus Monsma en Bauckien Metz, echtelieden, bekennen schuldig te wezen ƒ70,- voor geleend geld van Dr. Werner Gutberleth, advocaat Hof van Friesland.
Geiske Brongersma, grootmoeder en legitima tutrix van Tobias Gutberleth, erfgenaam van wijlen Dr. Wernerus Gutberleth, advocaat Hof van Friesland. (zie kanttekening gg072-183, 12 Februarij 1681) Bauckien Metz, en Hermanus Monsma, echtelieden, burgers, binnen Leeuwarden. 1679 Januarij 8. Schuldbekentenis (f 70,-), tersaacke ter leen ontvangen gelden, verschuldigd aan voornoemde Wernerus Gutbertleth.
Freerck Fockes en Jancke Caarls, echtelieden binnen Leeuwarden. 1677 April 3. Schuldbekentenis (f 100,-,-) tersaecke ter leen ontvangen gelden, verschuldigd aan Sijmen Janssen en Grietie Jans, echtelieden binnen Leeuwarden. N.B. Deze acte is geroijeerd 5 Junij 1688.
Claas Jurriens Fontein, te Harlingen. 4 Julij 1664: Schuldvordering (ƒ4000.-.-), tersaecke ter leen gegeven gelden, te vorderen van Schelto van Jeltinga, laatst mede gecommiteerde in de camer van Finantie in 's Gravenhage, te Teerns. Tot meerdere securiteit van bovenstaand persoon heeft Harmannus Feickens, advocaat voor den Hove van Frieslandt, zich tot borg gesteld voor zijn schoonvader Schelto van Jeltinga, tersaecke ad ƒ4.000.-.-