Jan Doijs, soldaat onder Nostitz, in garnisoen in Philippijne, thans met verlof alhier en in confinatie op den raadhuise. Oud: 32 jaren. Mishandeling van Oepke Jacobs, knegt van de Brouwersche Gooijtske Roelofs (Waese) alhier.
Durk Sijmons, alhier. Broer van Gerrijt Sijmons, sleeper. Oud: 26 jaren. Aangifte van belediging van getuige, gepleegd door een schippersgezel, genaamd Harmen. Gwwtuige: WIllem de Roos, 33 jaar, koopman bij de Duco Martenapijp.
Abel Radix, meester Metzelaar, alhier. Inzake zijn relatie met de baker Berber Martens en de diefstal te hare huis van een geldbuideltje van de Kapitein Andrijs Klein. Getuige Marcus Rodenburg, oud 30 jaar, korporaal
Willem Heuningveld, arbeijder, wonende aan het bolwerk, bij de Hoexterpoort, alhier. Oud: 40 jaren. Gehuwd met: Rinske Mathijssen, 36 jaren. Verdacht van diefstal van zilveren schoengespen, eigen aan Fokke Pijtters, of heling daarvan.