Aaltie Pijters en Jan Hendricks Lindhorst, echtelieden op 't Vliet, buijten Leeuwarden.
1677 April 26. Een coopbrieff geregistreerd, tersake het, voor ƒ 400,-,- goudguldens, coopen en in eigendom overnemen door bovenstaande personen van een seeckere huijsinge bij de thuijnen aan 't bolwerck, tegenwoordich bewoont bij de sijpelschrijver van capitein Frinck, van Siouckien Jans Eppinga, echtgenote van Pijter Baltes, meester mesmaker, binnen Leeuwarden, van haarselven en als erffgename ex testamento van wijlen Otto Deeckmans, in leven meester chirurgijn, binnen Leeuwarden.
Andrijs Minnes, te Deinum. 15 Februarij 1670: Schuldbekentenis (ƒ250.-.-), tersake ter leen ontvangen gelden, verschuldigd aan Claas Rijx van den Bos, camerbode der Edelmogende Heren Gedeputeerde Staten van Frieslandt, en Geertie van Vierssen, echtelieden, binnen Leeuwarden. Tot meerdere securiteit van laatstgenoemde personen heeft Minne Andrijs, te Goutum, zich tot borggesteld voor Andrijs Minnes, te Deinum, terzake ter leen gegeven gelden ad ƒ250.-.-.
Ans(c)k Jacobs en Dirck (Derck) Everts, echtelieden binnen Leeuwarden. 1673 April 10. Schuldbekentenis (f 100,-,-) tersake ter leen ontvangen gelden, verschuldigd aan Jochem Pijters, in zijn qualiteit als curator over het nagelatene weeskint van Sipkien Clases, binnen Leeuwarden.