Joannes van Alten en Claes Posthumus, studenten van de Latijnse school (rector: Rombergius.) Oud: tussen 17 en 18 jaar. Terzake: gepleegd exessen op Stadts Cingel. Betaling van een quartier last pruijsse rogge aan het Stadts Weeshuis en tevens bannissement uit de school. Pijtter van Houten, dissipulus van rector Rombergius schole, alhier. Getuige, Tiallingius Nauta, oud 16 jaren, mede student.
Adrianus (de) Haen, schrijver. Jan Karsten Leeuwenburgh, oud 57 jaren, doet aangifte van de diefstal van vis van vele vissers gestolen door de visafslager Jelle Joannes.