Eernst van Aijlva, mede gedeputeerde Staat deser Landschappe van Friesland te ....... 1623 Aprilis 23. Ter meerdere seeckerheit van bovenstaand persoon hebben Jan Roelofsz Bantum - binnen Doccum en Luijtien Meinertsz binnen Doccum en Jeip Jelckesz te Collum, zich tot borgen gesteld voor Egbert Jansz Hovinga binnen Leeuwarden, ter saecke de pachtsom ad f 1260,- die laatstgenoemed persoon moet betalen als pachter van de vijer specien over de grietenie van Collumland, als bijer wijn en de azijn over de tijd van zes maanden in gaande 1 maij 1623 en eindigende op 1 November 1623 aan bovenstaand persoon.