Veel Friese dorpen kenden een eeuwenoude traditie van nabuurhulp bij begrafenissen. In Poppingawier is vermoedelijk in de 19e eeuw een eerste vereniging tot stand gekomen, die deze hulp een meer institutionele vorm gaf. Wanneer de oprichting precies heeft plaatsgevonden is niet exact bekend. Het eerste kasboek begint in 1873, maar daarin wordt reeds gesproken over een ‘aftredend bestuur’, zodat de oorsprong verder in het verleden moet liggen. Op 1 april 1902 is door de samenwerkende dorpelingen de vereniging “De Laatste Eer” opgericht, die het oude gebruik voortzette.

De vereniging verplichtte de buren van een overledene om zorg te dragen voor het afleggen en dragen van het lijk, het luiden van de kerkklokken en het thuis ontvangen van de aanwezigen bij de teraardebestelling. Indien door de dorpelingen aan een van deze bepalingen niet kon worden voldaan, waren zij verplicht tot het afdragen van een boete aan de boekhouder van de vereniging.

Inwoners van Poppingawier, later Poppenwier, betaalden een maandelijkse bijdrage van 10 cent voor een huisgezin, inclusief een inwonende dienstmeid of kostganger beneden de 16 jaar. Uit het vergaarde geld werden door de vereniging de kosten betaald die samenhingen met een begrafenis, bijvoorbeeld die van het grafdelven of klokluiden. Deze gang van zaken heeft tot 1983 bestaan, daarna werden uitvaarten verzorgd voor vaste tarieven, vastgesteld door de Federatie van Uitvaartverenigingen in Friesland. “De Laatste Eer” keerde een financiële vergoeding in de uitvaartkosten uit, de laatste jaren een bedrag van € 250,-

In de 21e eeuw kreeg de vereniging steeds meer problemen. De uitkering aan leden was relatief laag in verhouding tot de kosten van een uitvaart, die al snel konden oplopen tot 5 á 6000 euro. De aanwas van jonge leden bleef uit, wat een vooruitzicht schiep van een oplopend aantal uitkeringen bij een dalend aantal inkomsten. Het bestuur was van mening dat “De Laatste Eer” geen bestaansrecht meer had en begin 2013 werd in ledenvergaderingen unaniem tot opheffing besloten. Het resterende kapitaal werd naar rato onder de leden verdeeld.

Het archief van de vereniging is in februari 2019 door de oud-secretaris, Bouke Hofstra te Poppenwier, aan het Historisch Centrum Leeuwarden geschonken. Het archief past binnen een collectie archieven betreffende de voormalige gemeente Rauwerderhem, die eveneens bij het HCL is ondergebracht.