Logo Historisch Centrum Leeuwarden

leeuwarden artikel link leeuwarden artikel link
 
Uw zoekacties: Mairie Grouw, 1812-1816

3001 Mairie Grouw, 1812-1816

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
I. Inleiding
1. Karakterisering en ontwikkeling van het gebied
1.3. Infrastructuur
3001 Mairie Grouw, 1812-1816
I. Inleiding
1. Karakterisering en ontwikkeling van het gebied
1.3.
Infrastructuur
Door de aanwezigheid van een fijnmazig netwerk aan waterwegen, speelde het vervoer over water in Idaarderadeel altijd een grote rol. Een blik op de kaart van Schotanus uit 1718 leert dat de grietenij in dat jaar nog weinig verbindingen over land had, maar dat ieder dorp en vrijwel iedere boerderij in het buitengebied over het water was te bereiken.

Uit de deelsboeken, de registers waarin de voornaamste handelingen van de grietman werden opgetekend, blijkt wel dat het onderhoud van waterwegen en het reguleren van het vervoer over het water in de zeventiende en achttiende eeuw belangrijke onderwerpen waren. In 1644 en 1656 kwamen er ordonnanties voor de beurtvaartdiensten op Leeuwarden en Sneek tot stand. Over de tolheffing bij de Irnsumerzijl, die eigendom was van de stad Leeuwarden, werd in 1671 geprocedeerd. Grote vaartslattingen werden in 1617, 1628, 1734 en 1775-1777 uitgevoerd om de belangrijke route over de Wargaastervaart naar Leeuwarden op diepte te houden. Het onderhoud van veel kleinere watergangen berustte bij particulieren, die vaak slecht aan hun verplichtingen voldeden. Na een geschil over de rechtsgeldigheid van de leggers van particuliere onderhoudsplichtigen, besloot het gemeentebestuur in 1878 om het onderhoud van de meeste watergangen zelf te gaan uitvoeren. De situatie voor de scheepvaart werd daardoor aanzienlijk verbeterd.
In het bijzonder Grouw profiteerde van een zeer gunstige ligging op het knooppunt van de Wargaastervaart met de belangrijke scheepvaartverbinding van Groningen, via Lemmer naar Noord-Holland. Het dorp was in de negentiende eeuw halteplaats voor de beurtdiensten op Leeuwarden en Sneek en voor de kanaalstoomboot van Lemmer naar Groningen. Binnen de bebouwde kom waren meerdere havens waar kleinere schepen konden aanleggen. Vooral ter bevordering van de openbare hygiëne werden die havens in de loop van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw bijna allemaal gedempt. In augustus 1868 viel in de gemeenteraad een besluit om “in het belang van de volksgezondheid” de Tillehaven te dempen. Later volgden de kerkhofsgracht (1870), de Waachshaven (1889) en de Duitslandhaven (1925).

Op de gedempte havens werden straten aangelegd, wat kenmerkend is voor het groeiende belang van het wegvervoer in de negentiende eeuw. Een van de eerste grote infrastructurele projecten die in Idaarderadeel werd uitgevoerd was de aanleg en verharding van de Rijksweg naar Overijssel in de jaren 1827-1828. Lange tijd was deze weg de enige belangrijke noord-zuidverbinding in het gebied. In de decennia die volgden werd het gemeentelijke wegennet langzaam uitgebreid. Aansluitend op de Rijksweg werden de oost-westverbindingen verbeterd, onder meer door het verharden van de weg van Grouw naar de Irnsumerzijl (1842) en het aanleggen van MacAdamwegen van Idaard naar Roordahuizum (1851) en van Warga naar Goutum (1855).
Uitbreiding van het wegennet in de periferie van de gemeente volgde later. De grindweg van Warga via Wartena naar de grens met de gemeente Tietjerksteradeel werd in 1868 voltooid. In datzelfde jaar werd de weg van Friens naar de Rijksstraatweg verhard. Net als bij de waterwegen waren aanvankelijk particulieren aangewezen om de wegen te onderhouden. In 1869 nam de gemeenteraad het besluit om alle bestaande kunstwegen in eigen beheer en onderhoud te nemen.

Volgens het gemeenteverslag van 1871 nam het gemeentebestuur zijn nieuwe taak serieus: “De toestand van de wegen en voetpaden was uitmuntend en voor derzelver bijgrinding en in orde stelling werd steeds de meeste zorg besteed.” Die zorg gold niet alleen de doorgaande wegen, maar ook de bestrating van de dorpskommen. Na Grouw werden in 1874 ook de bebouwde kommen van Idaard, Roordahuizum en Warga bestraat. De ontsluiting van Idaard, tevens de woonplaats van de burgemeester, werd in dezelfde tijd verbeterd door de aanleg van de Tsjaarderdyk naar Wirdum (1870) en een weg naar Aegum (1875).

Toch bleef het wegennet in de gemeente hier en daar gebrekkig. De door inwoners van Warga al in 1867 bepleite aanleg van een weg door de Wargaastermeerpolder naar Aegum kwam pas in 1907 tot stand. Inwoners van het Leechlân moesten nog langer wachten op goede wegverbindingen. De weg van Grouw naar Wartena, met zijwegen naar Idaard en Warga, werd pas op 26 juli 1952 geopend. Al snel kreeg de weg de naam van Jelle Wigles de Visser; de wethouder die zich voor de totstandkoming ervan bijzonder had ingespannen.
De opening van de nieuwe weg stond niet op zichzelf. Nadat door de economische crisis en de bezetting de aanleg van wegen lange tijd had stilgelegen, werden aan het einde van de jaren 1940 en het begin van de jaren 1950 een aantal grotere infrastructurele projecten door het gemeentebestuur uitgevoerd. Daaronder was de aanleg van de J.W. de Visserwei, maar ook de verbetering van de weg Warga-Wartena-Garijp en de aanleg van de Rounwei bij Wartena.

Enkele jaren later, in 1960, volgde bij Grouw de aanleg van de Garde Jagerswei, die van groot belang was voor het ontsluiten van het recreatieoord “Yn 'e Lijte” en het jachthavencomplex aan de Nauwe Galle. De weg was eveneens de verbindingsweg naar het pontveer over het Prinses Margrietkanaal, dat in 1960 in gebruik werd genomen. Net als bij de in 1966 opgeheven pont in de Mr. P. Jelles Troelstrawei, betekende het in de vaart houden van het pontschip naar De Bird voor de gemeente een aanzienlijke kostenpost. In 1964 moest zo’n achttienduizend gulden op de begroting worden uitgetrokken voor het in stand houden van een voorziening die slechts twintig gezinnen uit het isolement haalde. Voorgenomen bezuinigingen door het beperken van de vaartijden leidden jarenlang tot protesten van de Birdbewoners. Een oplossing van de problematiek door het bouwen van een brug of aquaduct werd in de jaren 1970 als te duur van de hand gewezen.
Naast de weg- en pontverbindingen is voor het vervoer van reizigers met name de spoorlijn Leeuwarden-Zwolle, met stations te Idaard en Grouw, van belang geweest. De contacten met naburige plaatsen als Leeuwarden en Heerenveen werden er door vergemakkelijkt en de reistijd naar de Randstad werd er aanzienlijk door bekort. Uit de gemeenteverslagen van 1882 en 1883 blijkt dat er aan het einde van de negentiende eeuw veel gebruik van de trein werd gemaakt: “De spoordienst voorziet grootendeels in het vervoer van reizigers, terwijl het goederenvervoer voor een groot deel te water geschiedt. Het station Grouw en de halte Idaard-Roordahuizum aan de lijn Leeuwarden-Heerenveen trekken dagelijks en vooral des vrijdags vele passagiers.” […] “Reeds sinds langen tijd is door het reizend publiek van Grouw en omstreken dat door zijn vele handel een groot contingent passagiers levert er bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen op aangedrongen de sneltreinen in het vervolg aan het station Grouw te doen stilhouden; tot dusverre steeds zonder gevolg. Men heeft echter hoop dat ook door de thans in gebruik gekomen remtoestellen de Maatschappij het publiek in deze zaak zal tegemoet komen.” In de loop van de jaren verbeterde de spoordienstregeling en kwamen er nieuwe vormen van openbaar vervoer bij. De geplande tramlijn Franeker-Gorredijk met een halteplaats te Grouw kwam er in 1918 niet. Wel reden er autobussen naar de omliggende steden. De dienstregeling daarvan was regelmatig onderwerp van gesprek in het college van Burgemeester en Wethouders. Vanaf het midden van de jaren 1970 werd bij de Friese Autobus Maatschappij herhaaldelijk bezwaar gemaakt tegen de steeds verdere verschraling van het busvervoer ten plattelande.
Ook op andere manieren dan via het weg- en spoorwegvervoer kwamen verbindingen tot stand. In juni 1869 werd het eerste telegraafkantoor van de gemeente geopend in de oude bewaarschool van Grouw. Vijf jaar later volgde de nieuwbouw van het post- en telegraafkantoor aan de Parkstraat, dat binnen enkele jaren al te klein bleek. Volgens het gemeenteverslag van 1885 werd van de post- en telegraafdienst goed gebruik gemaakt: “Het post- en telegraafkantoor te Grouw heeft behoefte aan meer ruimte in het kantoor. In den dienst wordt op uitnemende wijze naar aller genoegen voorzien. Ook de hulp-kantoren te Warga, Wartena, Roordahuizum en Idaard gaven geene aanleiding tot klachten. De telephoon-inrichting te Warga voorziet steeds in eene werkelijke behoefte.” Het succes van het in 1883 geopende telefoonkantoor in Warga leidde in 1892 ook tot de aansluiting van het kantoor van Roordahuizum op het telefoonnet.

De nieuwe technische verbindingsmiddelen noopten tot regulering en bij raadsbesluit van 14 april 1886 werden de concessievoorwaarden voor het plaatsen van telefoonpalen in gemeentegrond en voor het aanleggen van drinkwaterleidingen onder gemeentewegen vastgelegd. Twee jaar later opende de Leeuwarder Waterleiding Maatschappij een pompstation aan het Pikmeer bij Grouw. Vanaf Marswier werd het water naar de Friese hoofdstad gepompt, terwijl ook de dorpen in Idaarderadeel profiteerden. Grouw werd direct op de nieuwe waterleiding aangesloten en afnemers konden er water krijgen voor een cent per emmer. Eind negentiende eeuw werden de eerste adressen in Roordahuizum aangesloten, hoewel het contract voor de waterlevering daar eerst in 1904 tot stand kwam. Veel later, in 1929, volgde het dorp Warga. Het pompstation aan het Pikmeer was toen al twee jaar afgebroken.
De ontwikkeling van de nutsvoorzieningen hield met het leggen van waterleidingen niet op. In 1907 kreeg het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeenteraad de opdracht om de oprichting van een gemeentelijke gasfabriek te onderzoeken, vooral om met gebruikmaking van stadsgas de straatverlichting in de gemeente te kunnen verbeteren. Anders dan in de buurgemeente Utingeradeel, waar zo’n fabriek bij Akkrum wel tot stand kwam, werd het plan in 1908 in de gemeenteraad van Idaarderadeel verworpen. Een gasbedrijf kwam er, in samenwerking met de gemeenten Ooststellingwerf, Opsterland, Rauwerderhem en Utingeradeel, niet eerder dan 1965, toen Idaarderadeel werd aangesloten op het aardgasnet.

De te hoge kosten van een eigen gasfabriek dwongen tot het omzien naar een alternatief, dat er kwam in de vorm van een elektriciteitsbedrijf. In de 2e Oosterveldstraat werd in 1911 de elektrische centrale van Grouw in bedrijf gesteld. Het bedrijf wekte elektriciteit op met een drietal door Van der Ploeg gebouwde ruwe olie-dieselmotoren. De centrale was vanaf het begin verzekerd van een klantenkring en leverde elektriciteit in alle dorpen van de gemeente, alsook in Rauwerd en Irnsum. Al vrij kort na de oprichting droeg het gemeentebestuur in 1917 de elektrische installaties in de Grouwster centrale over aan het Provinciaal Electriciteitsbedrijf (PEB). Het hoogspanningsnet met transformatoren volgde in 1924. De exploitatie van het bedrijf bleef nog tot 1951 in handen van de gemeente, die daarvoor stroomleveringsovereenkomsten afsloot met het PEB en zelf doorleverde aan de afnemers.

Kenmerken

Auteur:
A. Tuinhout
Soort toegang:
inventaris
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de mairie Grouw
Omvang:
2,4 m1
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Historisch Centrum Leeuwarden. Toegang 3001 Mairie Grouw, 1812-1816
VERKORT:
NL-LwnHCL 3001