In januari 1862 namen enkele notabele Grouwsters het initiatief tot het organiseren van een hardrijderij op de schaats. Uit de opbrengsten van de wedstrijd bleef geld over, dat het startkapitaal vormde van de Grouwster IJsclub. De vereniging werd formeel op 31 januari 1862 in het café van Job Riemersma opgericht. De eerste bestuurders waren geziene inwoners, zoals de houthandelaar Hidde Halbertsma (voorzitter) en de gemeentesecretaris Willem Sypkens Kijlstra (secretaris).

Al na enkele maanden was het ledental van de ijsclub meer dan tachtig personen. Op de ijsbaan waren zij herkenbaar aan strikken van oranje-blauw lint, die door het bestuur waren aangeschaft. De eerste door de club georganiseerde hardrijderij vond plaats op 6 januari 1864. In die tijd werden de intekenlijsten nog door de Grouwster schooljeugd overgeschreven. Later werden de lijsten gedrukt en per expresse naar omliggende plaatsen verzonden, daaronder de stad Leeuwarden.

Tot 1878 stond het lidmaatschap van de ijsclub alleen voor mannen open, maar op de buitengewone vergadering van 17 december 1878 werd besloten om ook vrouwen toe te laten. De eerste wedstrijd voor vrouwen werd op 3 februari 1880 verreden. In die jaren betaalden de vrouwelijke leden nog slechts een halve contributie en was hen het stemrecht in de vergaderingen ontzegd.

De hardrijderijen in Grouw trokken schaatsers uit de wijde omgeving aan. Voor de winnaars van de eerste en tweede prijs was een prijzengeld van respectievelijk ƒ 70,- en ƒ 30,- beschikbaar. In het seizoen 1879-1880 werden maar liefst 7 wedstrijden georganiseerd en liep het ledental van de vereniging op tot 222 mannen en 140 vrouwen. De wedstrijden vonden waarschijnlijk plaats op De Baai. Eerst in 1886 werd besloten de wedstrijden voortaan te verrijden op het Pikmeer.

Wellicht als gevolg van de grote belangstelling werd in 1880 besloten tot aanschaf van een tent, touwen en vlaggen om de ijsbaan op te luisteren. De materialen werden bekostigd uit de opbrengsten van renteloze aandelen. Soms werden de wedstrijden muzikaal omlijst door het Grouwster korps “Apollo”. De hardrijderijen trokken veel bekijks van het publiek; soms waren er meer dan 1500 toeschouwers aanwezig.

In 1894 werd het land van de weduwe Dijkstra in gebruik genomen als ijsbaan. De heer H. Dijkstra werd in 1908 tot erelid van de ijsclub benoemd vanwege de welwillendheid van de familie om de ijsbaan mogelijk te maken. Het bestuur bleef zich in de decennia die volgden beijveren voor een nieuwe ijsbaan, dichter bij het dorp, maar die pogingen bleven lange tijd vruchteloos. Pas in 1950 kon er tegenover hotel Oostergoo een nieuwe baan in gebruik worden genomen, die door de bouw van een brug over de Rjochte Grouw gemakkelijk toegankelijk was.

In 1912 ontstond uit de Grouwster IJsclub de ijsclub “Foar it jonge folkje”, die zich specifiek op de schooljeugd richt. De verenigingen zijn zelfstandig, maar feitelijk twee loten van dezelfde stam.

De archiefbescheiden van de IJsclub Grouw werden aanvankelijk overgedragen aan de Stifting Grou. Als onderdeel van de documentatiecollectie van de Stifting Grou werd het archief in 2012 geschonken aan de gemeente Boarnsterhim. Sinds de gemeentelijke herindeling met ingang van 1 januari 2014 zijn de archieven van de voormalige gemeente Boarnsterhim ondergebracht bij het Historisch Centrum Leeuwarden.