Tot de oprichting van de begrafenisvereniging "De Lêste Eare" in 1906 was het gebruik geweest dat begrafenissen vanuit de Grouwster buurten werden georganiseerd. Iedere buurt wees eigen dragers en klokluiders aan om de overledenen naar hun laatste rustplaats te begeleiden. Een van de buurten waar een dergelijke organisatie bestond was het klein-Duitsland.

Op ‘koperen moandei’, de eerste maandag in het nieuwe jaar, legden de buurten financieel rekening en verantwoording af, werden de namen van de overledenen voorgelezen en werden eventuele voorstellen aangaande de organisatie van begrafenissen besproken. Iedere buurt kwam samen in een eigen lokaliteit, waar de drank tijdens dit soort jaarvergaderingen doorgaans rijkelijk vloeide.

Aan het begin van de twintigste eeuw groeide de weerstand tegen de drinkgelagen en de archaïsche wijze waarop het begrafeniswezen in het dorp was georganiseerd. De nieuwe vereniging “De Lêste Eare” werd voor het gehele dorp opgericht en nam de eerdere taken van de buurten bij begrafenissen over.

Van het gebuurte klein-Duitsland is het register met reglementen, ledenlijsten, inkomsten en uitgaven bewaard gebleven. Het maakte oorspronkelijk deel uit van de collectie van de Stifting Grou en is in 2012 overgedragen aan de gemeente Boarnsterhim. Als gevolg van de gemeentelijke herindeling van Boarnsterhim en Leeuwarden, is het register met ingang van 1 januari 2014 onderdeel geworden van de collectie van het Historisch Centrum Leeuwarden.